RAAD VAN BEROEP 40 handelen en pas daarna in een volgende zitting de materiele kant van de zaak onder ogen te zien. Na het verhoor van de partijen die zich beiden door rechtskun dige raadslieden lieten bijstaan, verklaarde de Commissie zich be voegd, om in het onderhavige geschil uitspraak te doen. Gedaagde legde zich hierbij echter niet neer en begon een vernietigingsproce dure bij de rechtbank. Aan het einde van dit verslagjaar was de rechterlijke uitspraak nog niet bekend zodat dit geschil niet in 1951 kon worden afgehandeld. Het Voorzitterschap van de Raad van Beroep werd in het ver slagjaar weer bekleed door de heer F. L. D. Strengholt (f); tot plaatsvervangend Voorzitter werd na de jaarvergadering benoemd de heer R. Uges Tr., aangezien de heer Ch. van Biene, die in de voorafgaande jaren als zodanig fungeerde, zich niet langer beschik baar kon stellen. De heer van Biene werd bij zijn heengaan door het Hoofdbestuur dank betuigd voor de diensten welke hij de or ganisatie op zo uitnemende wijze heeft bewezen. Met uitzondering van de heer H. S. Boekman, die zich niet meer beschikbaar stelde en in wiens plaats de heer C. van der Wilden werd benoemd, werden alle in 1950 zitting hebbende leden na de jaarvergadering herbenoemd. De Secretaris was de heer J. G. J. Bosman. Op 1 Mei 1951 werden ten overstaan van het Hoofdbestuur de Kamers als volgt samengesteld: Eerste Kamer: M. Desmet C. H. de Lange D. J. van Leen C. van der Wilden. Tweede Kamer: Joh. Miedema B. W. G. van Roven J. S. Croeze J. L. Paerl. Van de zeven zittingen stonden er twee onder voorzitterschap van de heer Strengholt, een zitting welke voor de jaarvergadering plaats vond, werd door de toenmalige plaatsvervangend Voorzitter, de heer Ch. van Biene geleid, terwijl voor twee zaken, welke in vier zittingen werden behandeld, de heer M. P. M. Vermin tot Voorzitter werd benoemd, aangezien de Voorzitter deze zaken niet kon behandelen en de plaatsvervangend Voorzitter ten tijde nog lid van de Commissie van Geschillen de zaken in eerste in stantie mede had behandeld.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1951 | | pagina 40