en Zuidlaren. Zij weigerde de gevraagde toestemming voor per manente bioscopen in Haarlem, Musselkanaal en Roosendaal, als mede voor de exploitatie van een filmverhuurkantoor. Voorts weigerde zij de gevraagde toestemming voor de exploita tie van een reeds bestaande bioscoop te Apeldoorn en een bestaan de filmfabriek zonder de in beroep opgelegde beperkingen, omdat zij zich in het eerste geval niet bevoegd achtte de in hoogste instan tie opgelegde beperking teniet te doen en in het andere geval hoewel in de desbetreffende beslissing van de beroepcommissie voor de uitbreiding van de filmfabricatiewerkzaamheden een nieuwe aanvrage bij de Commissie Nieuwe Zaken was voorgeschreven omdat zij de desbetreffende filmfabriek reeds in eerste instantie had afgewezen en de omstandigheden niet zodanig veranderd achtte, dat een uitbreiding van de in beroep gegeven beperkte toe stemming gewettigd zou zijn. De Commissie Beroep Nieuwe Zaken behandelde in 1951 in vier zittingen 3 beroepen, alsmede een verzoek van de exploitante van een in 1950 door de Beroepcommissie toegestane nieuwe bioscoop te Apeldoorn om de haar daarbij opgelegde voorwaarde dat uit sluitend op Donderdagen andere dan bioscoopvoorstellingen zullen mogen worden gegeven, te schrappen. De Beroepcommissie achtte zich niet bevoegd achteraf in een eenmaal door haar in hoogste instantie schriftelijk gewezen beslissing, een conditie welke zo nauw met de verleende toestemming was verweven als de onderhavige, teniet te doen of te veranderen. De Beroepcommissie bevestigde de in eerste instantie verleende toestemming voor de nieuwe bioscoop in Enschede, maar zij ver nietigde de daarbij opgelegde beperkende voorwaarden betreffende andere dan bioscoopvoorstellingen, omdat zij in het onderhavige geval geen gevaar voor ongelijke concurrentieverhoudingen aan wezig achtte. De Beroepcommissie vernietigde de beslissing van de Commissie Nieuwe Zaken, waarbij toestemming voor een nieuwe bioscoop in Haarlem geweigerd was. De toestemming werd verleend, omdat de Beroepcommissie van mening was, dat de nieuwe zaak in de be hoefte zou voorzien en geen excessen op concurrentiegebied te duchten waren. Voorts vernietigde de Beroepcommissie de beslissing van de Com missie Nieuwe Zaken, waarbij aan een filmfabriek toestemming was geweigerd om haar werkzaamheden, die aanvankelijk tot het 16 mm. formaat waren beperkt, ook tot het 35 mm. formaat uit te strekken. Weliswaar werd ook tegen de beslissingen van de Commissie Nieuwe Zaken inzake Apeldoorn en Musselkanaal beroep inge diend, maar deze beroepen werden in het verslagjaar niet door de Commissie Beroep Nieuwe Zaken behandeld. 45

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1951 | | pagina 45