kon verenigen. Op instigatie van genoemd college werd tussen verhuurster, de vorige en de nieuwe huurder een regeling getrof fen ter tijdelijke voortzetting van de voorstellingen na 1 Juni 1951 en tegen het einde van het verslagjaar werd door de twee leden medegedeeld, dat voor de definitieve voortzetting der bioscoop- exploitatie in Luxor Rotterdam tussen partijen een regeling was getroffen. De naar aanleiding daarvan ingediende vierde aanvrage van de nieuwe huurder heeft het Hoofdbestuur in het oude verslagjaar echter niet kunnen behandelen, aangezien de benodigde stukken nog ontbraken. 50

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1951 | | pagina 51