De Technische Commissie besloot deze modellen aan het oor deel van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders te onderwerpen en nadat een keuze zou zijn gemaakt, de zaak in handen te stellen van het Hoofdbestuur. Er werden in 1951 208 zogenaamde inventarisatiecontröles uitgevoerd, zijn de controles, waarbij de hoofdzaken van de cabine- outillage alsmede van de overige inrichting van de bioscoop in kwes tie in de vorm van een rapport worden vastgelegd. Daarenboven werden nog 44 hercontröles ingesteld en 70 speciale controles, die hoofdzakelijk betrekking hadden op het opsporen van mogelijkheden van filmbeschadigingen. Aan dit laatste euvel werd wederom grote aandacht besteed, maar het is helaas nog steeds niet zo, dat kan worden gezegd dat iedere operateur het aan zijn zorgen toever trouwde kostbare filmmateriaal met de nodige voorzichtigheid be handelt Dit geldt vooral ten aanzien van het zogenaamde onbrand bare filmmateriaal dat speciale voorzorgen vereist. Het lassen van dit materiaal moet met extra zorg geschieden en het is daarom dat aan de gezamenlijke leden-exploitanten is geadviseerd over te gaan tot het aanschaffen van een plakpers. Vooral in de kleinere bioscopen heeft men dit advies dikwijls genegeerd, met als gevolg dat minder goede lassen worden gemaakt, waarvan dan de na-draaiers de narigheden ondervinden. Ook komt het nog herhaaldelijk voor dat in de cabines operateurs Worden aangetroffen die niet voldoen aan de vereisten die ten aanzien van operateurs in de Loonregeling voor het bioscoopbedrijf zijn vastgelegd. Heel dikwijls gaat dit samen met het constateren van een aantal onregelmatigheden in de des betreffende cabines die hoofdzakelijk het gevolg zijn van onvol doende verzorging der projectie-installaties. Dit spruit dan weer voort uit de ondeskundigheid of de nonchalance van de betrokken operateur en filmbeschadigingen zijn daarvan veelal het gevolg. Elders in dit verslag is er reeds op gewezen dat de werkgever zich door het in dienst houden van dergelijke onbevoegde krachten blootstelt aan gerechtelijke vervolging vanwege het Ministerie van Sociale Zaken. Ook dit jaar werd wederom diverse malen het advies van de Commissie ingewonnen met betrekking tot de bouw van nieuwe bioscopen, de verbouw van bestaande zaken of aanbrenging van verbeteringen op last van plaatselijke of gewestelijke autoriteiten. In de meeste gevallen slaagde de Commissie er in door haar be middeling een voor alle partijen bevredigende oplossing tot stand te brengen. In 1951 werden twee aanvragen om erkenning als bioscooptech- nisch handelaar ontvangen. De eerste aanvrage had betrekking op de levering van bioscooptechnische apparaten in het algemeen en de tweede op de levering van bepaalde koolspitsen. De eerste aanvrage voldeed aan de normen die ter zake van 52

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1951 | | pagina 53