van wat de rest van het amusementsbedrijf heeft op te brengen. Hierdoor ontbreekt het ons aan armslag.i De deflatoire tendenzen, die zich in de industrie, op de arbeids markt en in de kleinhandelsomzetten doen gelden, zullen ook op ons bedrijf van invloed zijn, zijn het eigenlijk al lang. Want met een gelijk blijven van omzetcijfers mogen wij ons niet in slaap wie gen. Deze ogenschijnlijke stabiliteit is achteruitgang, gezien de be volkingsaanwas, de groeiende filmmindedness en het feit, dat in de meeste landen het bioscoopbezoek krachtig stijgende is. De ver hoogde kosten hierbij in aanmerking genomen is er niets dan ach teruitgang. Thans blijkt, dat de reserves, die wij van node hebben om de komende moeilijke tijden te doorstaan, door de gemeenten verteerd zijn. Willen wij onze noodzakelijke uitgaven in de naaste toekomst kunnen financieren, dan zal de fiscale uitzonderingspositie, waarin wij zijn gebracht, moeten worden opgeheven. De gemeenten zijn thans vrij bij het vaststellen van het percentage der vermakelijk- heidsbelasting. Destijds hebben zij ons met deernis laten weten, dat de verhoging alleen te wijten was aan de richtlijnen uit Den Haag. Laten zij nu, nu deze verdwenen zijn, op haar schreden terug keren. Ruim honderd en vijftig gemeenten gingen voor, de rest volge dit jaar!

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1951 | | pagina 5