uitvoerige discussies het overeenkomstig het amendement van de
Afdeling Amsterdam gewijzigde voorstel van de Bedrijfsafdeling
Filmverhuurders goedgekeurd.
Voorts heeft de Ledenraad overeenkomstig het voorstel van het
Hoofdbestuur besloten een nieuw Bedrijfsbesluit in zake de Uit
voering der Deviezenregeling vast te stellen, waarbij de tekst
vrijwel gelijkluidend is gebleven aan die van het vorige besluit van
die naam, met dien verstande, dat het thans geldt voor 1952.
De Ledenraad heeft ongegrond verklaard een door een lid-film-
verhuurder aanhangig gemaakt hoger beroep tegen een beslissing
van het Hoofdbestuur, waarbij afwijzend is beschikt op het verzoek
van genoemd lid om toelating van een firma, waarvan het lid en
iemand anders firmanten zouden zijn en welke firma de exploitatie
van het filmverhuurkantoor zou voortzetten.
Op de agenda van dezelfde vergadering van de Ledenraad was
een voorstel geplaatst tot wijziging van artikel 1 van het Algemeen
Bedrijfsreglement, waarbij de bedrijven van filmfabrikanten en
filmproducenten zijn omschreven. Op dit voorstel waren amende
menten van de Afdeling Amsterdam en de Bedrijfsafdeling Film
verhuurders ingediend.
Ook kwam er een voorstel aan de orde tot vaststelling van een
Reglement Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten.
Bij de behandeling bleek evenwel, dat nadere bestudering van
deze voorstellen gewenst werd geacht, zodat uitstel van de behan
deling nodig was.
83