111
als gevolg van deze lasten niet mag worden gedreven in de richting van in
woning en revolutiebouw, zoals met het onderhavige plan zijns inziens al reeds
het geval was.
De Beroepcommissie vernietigde weliswaar de beslissing van de Commissie
Nieuwe Zaken waarbij de aanvrage was afgewezen en verleende de gevraagde
toestemming, maar op voorwaarde, dat de bioscoopexploitatie eerst zou mogen
worden aangevangen, waanneer de belasting in Amsterdam tot een naar het
oordeel van het Hoofdbestuur redelijk peil zou zijn verlaagd.
Over de wijze van films recenseren in sommige dagbladen werd door vele
leden opnieuw geklaagd. Daarbij bleek steeds, dat de grieven niet in de eerste
plaats gericht waren tegen de critiek als zodanig hoewel deze ook meermalen
te hoge eisen stelde aan de vertoonde films maar tegen de zogenaamde gees-
tigheden, die de recensenten zich ten koste van ons bedrijf veroorloofden en
waardoor de leden zich in hun eer getast voelden. Terecht oordeelden zij dat de
recensent niet tot taak heeft adviezen te geven, die er op neerkomen, „dat het
publiek deze week dit of dat theater maar niet moet bezoeken", omdat het ge
bodene toevallig niet in de smaak des recensenten viel.
Deze critiek kwam niet alleen van de leden; ook bioscoopbezoekers uitten
meermalen hun verontwaardiging over de huns inziens onverdiend afbrekende
recensies over bepaalde films. Gebleken is, dat het publiek zo langzamerhand
het standpunt huldigt dat het op eigen oordeel af moet gaan en niet al te zeer
kan vertrouwen op de waarde der recensies.
Dit is zeker niet vleiend voor de pers. Het gemiddelde publiek immers bezoekt
de bioscoop in de eerste plaats om van goede ontspanning te genieten.
De verhoging van de advertentietarieven dwong het Bestuur de ledenvergade
ring voor te stellen de wekelijkse kaderannonce van de Amsterdamse bioscopen
evenredig te verkleinen, ten einde het advertentiebudget niet zwaarder te be
lasten. Zij gaf sommige leden opnieuw aanleiding om aan te dringen op het
uitgeven en verspreiden van een eigen gratis programmablad, zoals dit ook
buiten ons land gebeurt. Wegens de daaraan verbonden technische moeilijkheden
heeft men hiervan voorlopig afgezien.
Wat het annonceren betreft, is gebleken, dat er meer behoefte is ontstaan
aan een grotere vrijheid op dit gebied, welke onderstreept werd door het besluit
van de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders om het Advertentiebesluit dezer Af
deling per 5 September in te trekken.
Overleg leidde ertoe, dat het stroomverbruik van de bioscopen ten behoeve
van de reclameverlichting tijdens de piekuren tot tevredenheid werd geregeld.
Op de nationale herdenkingsdag, op Zaterdag 3 Mei, waren de Amsterdamse
bioscopen 's avonds op advies van het Hoofdbestuur gesloten van zes tot negen
uur. Daarna waren de zaken wederom geopend, evenals de Horeca-bedrijven.
In het vorig jaarverslag deden wij melding van de beslissing die de kanton
rechter had gewezen met betrekking tot een vordering van een Amsterdamse
bioscoopportier tot betaling van tweemaal 5 toeslag over het basisloon. Tegen
het vonnis van de kantonrechter dat de werknemer in het gelijk stelde, werd eind
1951 op verzoek van de Bond cassatie aangetekend bij de Hoge Raad.
Bij arrest van de Hoge Raad van 29 Februari 1952 werd het beroep verwor
pen en derhalve moest aan portiers en ander manlijk bioscooppersoneel dat verval
ontvangt, tweemaal 5 toeslag over het basisloon worden uitgekeerd, met een
minimum van vier cent per uur, hetgeen erop neerkwam, dat in het vervolg
het basisloon van manlijk bioscooppersoneel op verval met f 3,84 moest worden
verhoogd.
Met het oog op de zware belastingdruk werd besloten geen gratis voorstellin
gen te organiseren ten behoeve van het Vacantie Comité. Wel verklaarde de
Afdeling zich bereid de voorstellingen voor een lagere prijs, mits belastingvrij