AFDELING HET CENTRUM TJ ET jaar 1952 is een jaar zonder veel grote gebeurtenissen geworden. Welis- *-■*■ waar kwam het Koninklijk Besluit, waarbij de vermakelijkheidsbelasting op bioscoopvoorstellingen in het geding werd gebracht, te vervallen, doch slechts een beperkt aantal gemeenten verlaagden de belasting, die zij onder druk van het K.B. veelal tegen hun zin hadden verhoogd. In de meeste gevallen kwam dus nog geen einde aan de discriminatie, welke voor de bioscopen bestaat ten opzichte van de andere vermakelijkheden. Met alle be schikbare krachten zullen wij moeten doorgaan met de gemeentebesturen hierop te wijzen. Ook onze Afdeling zal hierbij een belangrijke rol kunnen gaan spelen. Door de ledenvergadering werd op 19 Mei 1952 het Bestuur met twee leden uitgebreid, te weten de heren de Lange en Van Willigen Jr. Hierdoor bracht men het Bestuur op bredere basis. Het Bestuur had het afgelopen jaar regelmatig contact en heeft aan alle belang rijke kwesties ampele besprekingen gewijd en haar zo nodig in de Afdelingsver gaderingen behandeld. Het heeft krachtdadig er toe bijgedragen, dat in het afge lopen jaar de plannen gereed kwamen tot het verstevigen van de positie van de Afdelingsraad, welke in zijn nieuwe vorm gezien mag worden als een belang rijke overkoepeling van de diverse afdelingen enerzijds en anderzijds als een Raad, welke nauw contact met het Hoofdbestuur van onze Bond zal onder houden. Ongetwijfeld zullen deze wijzigingen, welke, indien de algemene leden vergadering haar goedkeurt, het volgende jaar aangebracht worden, een grote verbetering betekenen. De Ledenraadsvergaderingen werden steeds vooraf gegaan door een vergade ring van onze Afdeling en onze vertegenwoordiger in die Raad heeft zich met kennis van zaken aan de behartiging van de algemene Bondsbelangen daar kun nen wijden. In de Afdelingsraadsvergaderingen waren onze vertegenwoordigers steeds aanwezig en hebben daar onze belangen naar beste weten behartigd. Een bijzonder punt in de Afdelingsraadsvergaderingen is wel geweest het feit, dat enkele filmverhuurkantoren méér filmhuur vroegen, dan reglementair is toe gestaan, zonder dat een ontheffing van het bedoelde reglement verleend was. Hierdoor is een vreemde en verkeerde situatie ontstaan, welke niet bevorderlijk is voor de naleving van de reglementen van de Bond. Onze vertegenwoordigers zijn hierop zeer attent en reeds is het een en ander in onderzoek. De adviezen, welke onze Afdeling dit jaar gaf aan de Commissie Nieuwe Zaken en Beroepcommissie Nieuwe Zaken, zijn allen zonder uitzondering ge volgd. Dit jaarverslag moet helaas besloten worden, zonder dat er een oplossing is gevonden voor tal van problemen, waarvan in de eerste plaats genoemd moet worden de vermakelijkheidsbelasting. Moge 1953 de oplossing brengen. Verzonden werden dit jaar 31 brieven en circulaires, ontvangen werden dit jaar 22 brieven en circulaires. Het Bestuur bestond dit jaar uit de volgende heren: A. F. Wolff, Voorzitter, J. v. Bentum, Penningmeester, Nijland Jr., Secre taris, Visser, Vice-Voorzitter, en L. v. Dommelen, C. H. de Lange en J. v. Willigen Jr., Leden. Utrecht, 30 Maart 1953. J. NIJLAND Jr., Secretaris. 116

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 119