20
gegaan de tarieven van de vermakelijkheidsbelasting te bepalen
naar gelang van de uitslagen dezer keuring.
Een en ander heeft het Hoofdbestuur aanleiding gegeven een
bespreking te houden met het Bestuur van de Vereniging van Ne
derlandse Gemeenten voor Gemeenschappelijke Filmkeuring op
Katholieke Grondslag, waarin tegen de geschiktheidskeuring stel
ling is genomen. Het Bestuur der Vereniging van Gemeenten ver
klaarde, dat in de vergaderingen van deze Vereniging meer dan
eens naar voren was gebracht, dat het tarief der vermakelijkheids
belasting niet mocht worden afgestemd op de resultaten der posi
tieve keuring. Het erkende tevens, dat de geschiktheidskeuring niet
in overeenstemming met het Nakeuringsaccoord was, dat immers
uitsluitend voorziet in een nakeuring op toelaatbaarheid.
Reeds voordien had het Hoofdbestuur een circulaire aan de leden
gezonden, waarin er op gewezen werd, dat een aantal leden de
geschiktheidskeuring steunt door een abonnement op de uitslagen
er van, maar dat deze keuring niet in het belang van het bedrijf is,
weshalve de betrokken leden werd geadviseerd dit abonnement op
te zeggen en van deze documentatiedienst geen gebruik te maken.
Na de conferentie met de Zuidelijke Vereniging hebben de leden
filmverhuurders individueel aan de K.F.C, schriftelijk medegedeeld,
dat zij hun films uitsluitend aanbieden voor de keuring op toelaat
baarheid, zoals die is voorzien in het Nakeuringsaccoord en dat zij
niet kunnen toestaan, dat hun films ook op geschiktheid worden
gekeurd of dat de keurders van de K.F.C, van de wetenschap,
welke zij bij hun keuringswerk opdoen, voor andere doeleinden lig
gende buiten hun functie, gebruik maken.
Tegen het einde van het verslagjaar bleek evenwel, dat de ge
schiktheidskeuring in een andere vorm toch voortgang vond. For
meel ressorteerde deze keuring niet meer onder de K.F.C., maar
onder de Stichting ,,Het werk voor de goede film", die ook de do
cumentatiedienst overnam.