T
ER INLEIDING
3
UIERMEDE heb ik de eer U overeenkomstig artikel 26 van de
Statuten namens het Hoofdbestuur verslag uit te brengen over
de werkzaamheden in het afgelopen jaar.
Hoewel de verschillende hoofdstukken voor zichzelf spreken,
verdient het algemeen beeld, dat hieruit te voorschijn treedt, een
korte inleidende beschouwing.
Dat de algemene situatie labiel is hebben een aantal verschijnse
len zowel in politiek als economisch opzicht, men denke wat het
laatste betreft aan de scherpe prijsdaling van grondstoffen, in het
afgelopen jaar, voldoende aangetoond. De inzinking, die zich in een
aantal bedrijfstakken voordeed, heeft zich echter niet tot een door
sommigen verwachte algemene economische depressie ontwikkeld.
Integendeel, het conjunctuurverloop is niet ongunstig; zowel dit als
het monetair evenwichtsherstel in ons land wijzen op een terugkeer
naar meer normale verhoudingen.
Ons bedrijf, dat conjunctuurgevoelig is als geen ander, heeft
hiervan in zoverre de vruchten geplukt, dat de stabiliteit in omzet
ten, de geleidelijkheid in ontwikkeling ongeveer overeen komt met
de ervaringen welke de laatste jaren zijn opgedaan. Het bezoek
is andermaal een weinig teruggelopen (0,7 en de ontvangsten
zowel in het bioscoopbedrijf, de filmverhuur als de productie en fa
bricatie zijn in geringe mate toegenomen, in totaal 3,7 vergeleken
bij 1951.