42 6. De thans van kracht zijnde regeling voor het overwerk wordt enigermate veranderd en wel ten gunste van de werknemer. Tevens wordt daaraan een nieuwe clausule toegevoegd, die inhoudt, dat het werk, dat bioscooppersoneel op tien erkende feestdagen ver richt, als overwerk moet worden beschouwd en dat daarvoor een toeslag van 100 op het loon verschuldigd is. 7. De kwestie der vacantie, die thans zodanig is geregeld, dat eerst recht op vacantie ontstaat nadat de dienstbetrekking 6 maan den onafgebroken heeft bestaan, zal op sommige punten worden gewijzigd met die verstande, dat de werknemer reeds na 3 maanden recht op vacantie krijgt. Tevens zijn nadere bepalingen geaccepteerd omtrent de uitbe taling van het loon over de vacantieperiode. Van werknemerszijde is wederom krachtige aandrang uitgeoefend om te geraken tot de verplichte toekenning van een vacantietoeslag overeenkomende met 2 van het jaarloon. De werknemers motiveren dit verlangen met de mededeling, dat het in alle sectoren van het bedrijfsleven meer en meer gebruikelijk wordt vacantietoeslagen te betalen, omdat men overal tot de overtuiging komt, dat het voor de werknemer met be hulp van zijn normale loon als regel onmogelijk is zelfs maar op bescheiden wijze werkelijk met vacantie te gaan. De werkgevers afgevaardigden konden zich met deze motivering verenigen. Voorts zijn nog een aantal redactionele wijzigingen in overwe ging, hoofdzakelijk aan de hand van ervaringen, die men bij de toepassing van de Loonregeling in de practijk heeft opgedaan. Er zal naar worden gestreefd in het komende jaar de noodzake lijk geachte wijzigingen tot stand te brengen, hetgeen zonder twijfel evenwel in het belang van de werkgevers als de werknemers is.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 43