2 door donateurs contra leden-exploitanten
1 door een donateur contra een lid-filmfabrikant
1 door een lid-filmfabrikant contra een donateur
1 door een lid-exploitant contra een niet-lid.
In tegenstelling tot vorige jaren werden in dit verslagjaar slechts
5 betalingsgeschillen (vorig jaar: 29) aanhangig gemaakt, die alle
vóór de openbare behandeling zijn ingetrokken. Drie andere ge
schillen behoefden evenmin te worden behandeld doordat de
eisende partij tijdig tot intrekking overging en in 6 geschillen kwam
door bemiddeling van He Commissie een minnelijke schikking tot
stand.
Er werden ten slotte in dit verslagjaar 18 vonnissen gewezen.
Hieronder laten wij een bloemlezing volgen van de voornaamste
uitspraken, die in 1952 zijn gegeven.
Reeds in het vorige jaarverslag maakten wij melding van een
geschil tussen een lid-exploitant en een donateur, waarin de dona
teur zich op het standpunt stelde, dat de Commissie onbevoegd zou
zijn om het geschil in kwestie te behandelen.
De Commissie was een andere mening toegedaan en verklaarde
zich door middel van een vonnis wel bevoegd zonder op het eigen
lijke geschil in te gaan.
De donateur, wiens donateursschap per 30 Juni 1951 was geëin
digd, begon een vernietigingsprocedure bii de Arrondissements
Rechtbank te Amsterdam, die op 3 Juni 1952 besliste, dat de be
zwaren van bedoelde donateur ongegrond waren, hetgeen beteken
de, dat de Commissie van Geschillen in het gelijk werd gesteld en
dus bevoegd moest worden geacht het onderhavig geschil te be
handelen.
De donateur diende vervolgens bij de Commissie door middel van
zijn advocaat een eis in reconventie in. inhoudende, dat de tegen
partij alsnog de huurkoop-overeenkomst voor de indertijd gele
verde draaiklapstoelen zou nakomen en de nog bij de wederpartij
berustende stoelen zou teruggeven.
Het lid-exploitant stelde hier tegenover, dat de stoelen indertijd
tegen een zeer hoge prijs per stuk waren gehuurd, hetgeen in de
hausse-periode geen bezwaar opleverde. Men verkeerde tevens in
de veronderstelling, dat de stoelen slechts te huur waren en nim
mer konden worden gekocht. Later bleek, dat de donateur de stoe
len wel verkocht en zelfs tegen een dusdanige prijs, dat het lid-
exploitant meende een veel te hoge prijs te hebben betaald. Onder
deze omstandigheden achtte deze zich van de nakoming der huur
overeenkomst ontslagen.
Daar kwam nog bij, dat op last van de brandweer een wijziging
in het stoelenplan moest worden aangebracht, waardoor de ge
huurde stoelen niet meer konden worden gebruikt.
44