onder voorzitterschap van de heer Strengholt stond en één door de
plaatsvervangende Voorzitter, de heer Uges, werd geleid. De andere
twee zittingen werden na de jaarvergadering gehouden onder voor
zitterschap van de heer C. S. Roem.
In het verslagjaar werden alle beroepzaken, die waren inge
diend, namelijk 5, behandeld. Eén van deze zaken was reeds in
1951 aanhangig gemaakt, doch kon dat jaar niet meer in behande
ling worden genomen.
In vier zaken bevestigde de Raad de uitspraak van de Commis
sie van Geschillen.
De vijfde zaak betrof een geschil tussen een lid-filmverhuurder
en een niet-lid. Dezen hadden enige maanden nadat zij hun oor
spronkelijke overeenkomst waren aangegaan een beding gemaakt
orn eventuele geschillen tussen hen aan de Bondsarbitrage te on
derwerpen. De Commissie van Geschillen had in deze zaak uit
spraak gedaan en eiseres haar vordering ontzegd, doch de Raad
bleek bij zijn onderzoek, dat de vereiste grondslag voor zijn be
voegdheid niet aanwezig was. Het betrokken geschil bestond na
melijk al voordat partijen overeen kwamen hun eventuele geschil
len aan de Bondsarbitrage te onderwerpen. Een dergelijk arbitra
ge-beding is echter slechts mogelijk voor toekomstige geschillen.
Wil men een reeds bestaand geschil aan arbitrage onderwerpen
zonder dat daaromtrent tevoren iets is geaccordeerd, dan is een
acte van compromis als in de Wet voorzien, noodzakelijk. Een der
gelijke acte van compromis bestond in het onderhavige geval tussen
partijen niet. De Raad moest op grond hiervan de Commissie van
Geschillen en zichzelf onbevoegd verklaren. Partijen verklaarden
hierop alsnog een geldige acte van compromis op te willen maken.
Hierbij benoemden zij de Voorzitter en de vier leden van de
Raad, die het hoger beroep hadden behandeld, als arbiters in eerste
en hoogste instantie. Evenals de Commissie van Geschillen ontzeg
den deze arbiters eiseres haar vordering.
Gemengde Arbitrage
De Gemengde Commissie van Geschillen werd dit jaar niet ge
wijzigd en was als volgt samengesteld:
J. C. A. Meischke, Amsterdam, lid-Voorzitter.
J. Smit, Amsterdam, lid-Pl.v.v. Voorzitter.
M. Samson, Rotterdam,
J. E. F. de Nijs, Breda,
Leden.
L. I. M. Demmenie, Delft, lm
A. F. Wolff, Utrecht, J Plaatsvervangende leden.
H. W. Hagenberg, Secretaris.
48