een of meer der gevraagde bedrijfstakken afwijzen, daar het ge
vraagde prematuur bleek te zijn.
Zij gaf voorts toestemming voor de verhuur van een buitenlands
journaal aan het hiervoor bedoelde lid-filmverhuurder.
Tegen zes beslissingen inzake bioscopen en wel met uitzondering
van Hellendoorn en Vlaardingen, werd beroep aangetekend, even
als tegen de beslissing inzake het buitenlands journaal alsmede
tegen de weigering van de bedrijfstak a (de productie van speel
films) van een filmproductiezaak aan een der vier toegelaten film
producenten.
Een nadere beschouwing hieromtrent is in dit hoofdstuk opge
nomen onder de Commissie Beroep Nieuwe Zaken.
Deze toeneming van het aantal aanvragen voor filmproductie
zaken is een direct gevolg van de wijziging van artikel 1 van het
Algemeen Bedrijfsreglement, inhoudende de omschrijving van de
bedrijven filmfabrieken en filmproductiezaken. Reeds lang was n.1.
de behoefte gevoeld aan een scherpere afbakening van de bedrijfs
takken van de filmfabrieken, alsmede aan een ruimere omschrij
ving van het begrip filmproductiezaken en een onderverdeling, ook
van die zaken, in een aantal bedrijfstakken.
Slechts één van de nieuwe filmproductiezaken verwierf de ge
vraagde toestemming voor de bedrijfstak a. de productie van speel
films. Zij viel overigens buiten de categorie van z.g. cineasten die
zich tot dusver hoofdzakelijk hadden bezig gehouden met de pro
ductie van korte films. Het betrof hier een productiezaak die pas
was opgericht door een aantal bioscoop-exploitanten om te geraken
tot een geregelde productie van Nederlandse avondvullende hoofd
films.
De Commissie Nieuwe Zaken bestond in 1952 uit:
Mr G. M. Greup, voorzitter;
Mr J. Reinders, plaatsvervangend voorzitter;
E. Alter, C. J. Blad, L. Groen en G. J. Milius, leden;
J. van Bentum en J. Weening, plaatsvervangende leden;
A. H. Pieterse, secretaris.
Commissie Beroep Nieuwe Zaken
In de samenstelling der Commissie kwam in 1952 geen veran
dering. Zij bestond uit:
Mr. J. Milius, voorzitter;
Mr. B. Bouman, plaatsvervangend voorzitter;
D. J. van Leen, L. L. Lioni, J. E. F. de Nijs, J. L. Paerl, C. S.
Roem, B. W. G. van Royen, H. de Vries en C. M. Westland,
leden;
52
