Er werd met betrekking tot de samenstelling van dit bestuur be
sloten dat de landen, waaraan twee mandaten zijn toegekend, van
één hiervan zuil enafzien naar mate centrale organisaties van andere
landen toetreden. Voorts werden de heren Ph. Aconlon (Frank
rijk) en Toussaint (België) respectievelijk als technisch adviseur
en algemeen rapporteur aan het bestuur verbonden.
Alvorens uiteen te gaan heeft de algemene vergadering een werk
programma vastgesteld dat onder meer omvat: televisie, auteurs
rechten, belastingen, onbrandbaar filmmateriaal, verzekering en
vervoer van films, bioscoopreclame, bioscoopbezoek, verbetering van
productie- en exploitatiemethoden, het vraagstuk film en jeugd en
de stichting van een Internationale Confederatie van Producenten,
Verhuurders en Exploitanten.
Het Hoofdbestuur was door de heren C. S. Roem en J. G.
Bosman vertegenwoordigd op de te Cannes gehouden algemene
ledenvergadering van de Internationale Federatie van Verenigin
gen van Filmproducenten (Fédération Internationale des Associa-
tions de Producteurs de Films), waarbij de Nederlandsche Bioscoop-
Bond is aangesloten. De leden der Federatie hebben op deze bij
eenkomst, welke van 7 tot en met 9 Mei duurde verschillende juri
dische problemen behandeld met betrekking tot het auteursrecht, de
televisie, reglementering van filmfestivals, censuur en productiecode
alsmede vraagstukken van fiscale aard, internationale uitwisseling
van films, een ontwerp voor een internationaal filmregister enz.
De leden bevestigden hun in 1951, tijdens de jaarvergadering te
Venetië, ingenomen standpunt vastgelegd in het zogenaamde
handvest voor de filmproductie met betrekking tot de verhou
ding tussen producent en auteur. Zij onderschreven de op 6 Sep
tember te Genève ondertekende Universele Auteursrechten Con
ventie van de Unesco, welke een aanvulling is op de reeds bestaande
internationale auteursrechtbepalingen.
De vergadering stelde vervolgens een reglement vast, dat de
voorwaarden regelt waarop de internationale filmmanifestaties als
zodanig erkenning kunnen verkrijgen van de Federatie. Aangezien
thans practisch alle organisaties van producenten uitgezonderd
die van Rusland en de onder Russische invloed staande landen
deel uitmaken van de Federatie, is het zonder haar medewerking
niet meer mogelijk een internationaal filmfestival te organiseren. Er
is hiermede op afdoende wijze een einde gemaakt aan het euvel, dat
te hooi en te gras filmmanifestaties worden georganiseerd, welke
feitelijk slechts ten doel hebben de vreemdelingenindustrie te be
vorderen. Een van de belangrijkste eisen welke de Federatie stelt
betreft onder meer een beperking van het aantal per festival te ver
tonen films en daarmede een beperking van het aantal filmverto
ningen en de duur van zulk een festival. Er worden thans vier ca
tegorieën van filmmanifestaties onderscheiden, namelijk drie groe
pen internationale festivals amet het karakter van een competitie,
78