LEDENRAAD T N het verslagjaar werden er twee vergaderingen van de Leden raad gehouden. In de vergadering van 15 Juli werd aangenomen een voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van artikel 1 van het Algemeen Bedrijfsreglement, waardoor nieuwe definities van de begrippen filmfabrieken en filmproductiezaken in dit reglement werden opgenomen. Dit voorstel was ook reeds besproken in de vergadering van 18 December 1951, doch werd toen ter nadere be studering aangehouden. Door deze reglementswijziging worden de filmfabrieken naar de bedrijven, welke zij uitoefenen, in elf be drijfstakken onderscheiden en de filmproductiezaken in vijf bedrijfs takken. Hiermede is de mogelijkheid geschapen een aantal film producenten, die tot dusver wegens de stringente definities aan de voorwaarden voor inschrijving in het Bedrijfsregister niet konden voldoen, tot de Bond toe te laten. Dat is vooral van belang met het oog op de oprichting van de Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten, waarvan het reglement eveneens in de vergadering van 15 Juli is vastgesteld. Verder werd in deze vergadering op voorstel van het Hoofdbe stuur besloten het besluit van 13 December 1949 in zake Duitse en Oostenrijkse films in te trekken, zulks naar aanleiding van moeilijk heden, die door toedoen van het Nederlands Beheersinstituut waren opgeworpen. Bovendien behandelde de Ledenraad een hoger beroep tegen een beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij de inschrijving van een permanente bioscoop-B in het Bedrijfsregister was geweigerd. De Raad vernietigde deze beslissing en besloot de gevraagde inschrij ving te verlenen onder voorwaarde, dat de inrichting van de onder- werpelijke zaal in overeenstemming zou worden gebracht met door het Hoofdbestuur nader te stellen eisen. De tweede vergadering van de Ledenraad, gehouden op 15 De cember, was geheel gewijd aan de behandeling van een voorstel van het Hoofdbestuur tot het vaststellen van een nieuw Bedrijfs- besluit in zake de Uitvoering der Deviezenregeling overeenkomstig de tekst van het Bedrijfsbesluit van die naam van 18 December 1951 met dien verstande, dat in de artikelen 12 en 8 het jaartal 1952 gewijzigd wordt in 1953. Het voorstel werd aangenomen en dientengevolge zijn de leden-exploitanten verplicht ook in 1953 ge durende ten minste 12 weken niet-Amerikaanse hoofdfilms te ver tonen. In dezelfde vergadering werd ook nog van gedachten gewisseld over de benoemingsduur van de leden van de Ledenraad. De Raad verwees deze aangelegenheid naar de afdelingsvergaderingen. 82

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1952 | | pagina 88