97 de oorlog veel leed heeft geleden, doch daarna is hij opnieuw met onverflauwde energie aan de slag gegaan. Toen onlangs bekend werd, dat hij zich nu eens wat meer wilde sparen en daarom ook zijn functie als voorzitter en bestuurslid van de Bedrijfsafdeling wenste neer te leggen, betekende dit voor velen een schok, ook al omdat zij daarin als het ware het einde van een tijdperk zagen. Uiteraard moet het besluit van de heer Croeze worden gerespecteerd en het kan zelfs verheugend worden genoemd, dat de heei' Croeze, die zich vele jaren onvermoeid voor het bedrijf en zijn bedrijfsgenoten heeft ingespannen, thans eens wat meer aan zichzelf gaat denken. Vervolgens bood de heer Weening de heer Croeze een geschenk als stoffelijk blijk van waardering aan. Nadat de heer Croeze voor de hartelijke woorden en het geschenk dank had gezegd, wenste hij de heer Weening veel succes met de vervulling van zijn voorzitterstaak, waarbij hij er de nadruk op legde, dat het nimmer mogelijk is de functie van voorzitter naar behoren te vervullen, indien de voorzitter niet steeds kan rekenen op de volledige medewerking van de bestuursleden en de gewone leden. Hij betreurde het zeer, dat de heer Weening nog geen zetel in het Hoofdbestuur heeft kunnen verkrijgen en hij raadde het Bestuur aan er met kracht naar te blijven streven, dat hierin zo spoedig mogelijk verandering komt. Hierna hebben de Bestuursleden en de heer Croeze zich aan het noenmaal ver enigd, waarbij vele oude herinneringen zijn opgehaald. Hoe weinig konden wij vermoeden, dat de heer Croeze korte tijd later, op 21 December nog slechts 59 jaar oud, ons zou ontvallen. Zijn vele vrienden hebben hem de laatste eer bewezen. Hun gevoelens van rouw werden door de heer Weening in een gevoelvolle rede vertolkt. De nagedachtenis van de heer Croeze zal bij ons in hoge ere blijven. In de jaarvergadering van.6 Maart werden de periodiek aftredende Bestuurs leden, de heren H. S. Boekman, L. Groen, L. L. Lioni en J. de Wilde bij enkele candidaatstelling herkozen. In de ledenvergadering van 8 Juni werden in de vacature van Bestuurslid, ontstaan door het aftreden van de heer Croeze, can- didaat gesteld de heren C. S. Roem en J.: Weening, waarvan laatstgenoemde de meeste stemmen verkreeg. Voor de vacature van voorzitter werden candidaat gesteld de heren L. Groen en J. Weening. Ook ditmaal werden de meeste stem men op de heer Weening uitgebracht. De samenstelling van het Bestuur werd daardoor de volgende: J. Weening voorzitter; J. L. Paerl,, Vice-voorzitter; D. J. van Leen, secretaris;'L. Groen, penningmeester; H. S. Boekeman. L. L. Lioni en J. de Wilde, leden. In de jaarvergadering van 6 Maart is op voordracht van. het Bestuur besloten een voorstel tot wijziging van het Afdelingsreglement bij de Ledenraad aan hangig te maken. De voornaamste wijzigingen hadden betrekking: Ie. op een bepaling, dat er een schriftelijke candidaatstelling voor de verkiezing van Be stuursleden zou komen; 2e. dat,, ook de candidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de Ledenraad aan te wijzen door de Bedrijfsafdeling Filmverhuur ders voortaan schriftelijk zou geschieden; 3e. dat de vier candidaten voor het Hoofdbestuur voorzover die moeten zijn filmverhuurder, filmproducent of film fabrikant, zouden worden aangewezen door de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en 4e. dat er van beslissingen van het Hoofdbestuur waarbij besluiten van de Afdelingsvergadering worden vernietigd, hoger beroep op de algemene ver gadering van de Bond respectievelijk de Ledenraad zou kunnen worden ingesteld. Tegen een paar van deze wijzigingen maakte het Hoofdbestuur bezwaar. Voor de schriftelijke candidaatstelling voor leden van de Ledenraad werd een oplossing gevonden door een daartoe strekkende bepaling op te nemen in artikel 25 van het Algemeen Bondsreglement, waartoe de jaarvergadering van de Bond van 14 Juli besloten heeft. Tevens werd toen de oorspronkelijke benoemings duur namelijk een minimum van twee jaar voor de leden van de Ledenraad

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 101