Bedrijfsafdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten 105 O ET jaar 1953 was voor onze Afdeling in hoofdzaak een jaar van groei, waarin de toegetreden en toetredende Bondsleden, welke werkzaam zijn op het gebied van de vervaardiging van films en de bewerking van het film materiaal, zich gezamenlijk beraden hebben over een mogelijke oplossing van de vraagstukken, waarmede de Nederlandse filmindustrie zich geconfronteerd zie;. Deze oriëntering heeft geleid tot het vaststellen van een werkprograrn tijdens de jaarlijkse algemene ledenvergadering der Afdeling, welke op Maandag 27 April 1953 op het Bondsbureau te Amsterdam werd gehouden. De ledenvergadering heeft er zich rekenschap van gegeven, dat men dit program niet kan zien als een opsomming van een aantal in betrekkelijk korte tijd te volbrengen taken, maar veeleer als een richtsnoer, dat zoveel als mogelijk dient te worden gevolgd. Tot de belangrijkse punten behoren onder meer: Een doeltreffende contractuele regeling van de verhouding tussen de produ cent en zijn medewerkers; Het voeren van een gemeenschappelijke actie tegen de beunhazerij, welke vooral gebruik makende van de vrij algemene onbekendheid met het gebied van de filmvervaardiging het vertrouwen in en de goede naam van onze Nederlandse filmproducenten in een niet onaanzienlijke mate schaadt. Een van de meest doeltreffende middelen tot bestrijding van de beunhazerij zag de ledenvergadering in het ontwerpen van een uniform contract (Bondscon tract), waarbij de opdracht tot vervaardiging van een film, alsmede de auteurs rechtelijke verhouding tussen de producenl en zijn opdrachtgever geregeld wordt. Op deze wijze zouden aan de opdrachtgever garanties gegeven kunnen worden inzake een richtige nakoming van de gesloten overeenkomst, welke hij elders niet kan bekomen. De rechtszekerheid, welke hierdoor aan de opdrachtgever geboden zou worden, zou ongetwijfeld in belangrijke mate het vertrouwen in het bona fide productiebedrijf versterken en voorkomen dat opdrachten ver strekt worden aan niet-erkende filmproducenten. De ledenvergadering overwoog voorts, dat een van de oorzaken van; de onbe kendheid met het bestaan van. een nationale filmindustrie: ongetwijfeld te wijten is aan het feit, dat er tot dusverre betrekkelijk weinig over deze industrie is ge publiceerd. Weliswaar wordt in de pers aan het verschijnen van bepaalde films enige aandacht geschonken, maar regelmatige collectieve publicaties zijn achter wege gebleven. Een belangrijk middel om aan de werkzaamheid van deze tak van het Nederlandse filmbedrijf grotere bekendheid te geven zag de ledenver gadering in een centrale registratie van de door de Bondsleden te vervaardigen en vervaardigde films in samenhang met een regelmatige publicatie van een productierubriek in het Officieel Orgaan van de Nederlandsche Bioscoop-Bond. De ledenvergadering achtte beide laatste programpunten zo urgent, dat zij het Afdelingsbestuur met algemene stemmen opdracht gaf daaraan zo spoedig mogelijk uitvoering te geven. Aan het einde van; het verslagjaar kon het Afde lingsbestuur tot zijn tevredenheid vaststellen dat de collectieve overzichten in het Bondsorgaan aan velen, ook buiten het bedrijf, een beter inzicht hebben gegeven in de betekenis van de. Nederlandse filmproductie. Op dat tijdstip had het Afdelingsbestuur tevens een ontwerp Bondscontract voor Filmproducent en Opdrachtgever in studie. De bestudering van de mogelijkheden om tot een meer algemeen roulement van korte Nederlandse films te geraken, inzonderheid daar, waar zij tot' dusverre nog betrekkelijk weinig werden vertoond, had de volle belangstelling der ver-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 109