121 films die gekeurd zijn volgens artikel 1, lid 2, 2e van de Bioscoopwet. Het Hoofdbestuur nodigde het Bestuur onzer Afdeling uit ter zake advies te geven. Ook aan deze aanvrage werd zoals te doen gebruikelijk door het Bestuur veel aandacht gewijd. Het heeft zelfs de directie van aanvraagster in een tweede verga dering gehoord en hoewel Holland Film haar verzoek met kracht en tal van argumenten verdedigde, kon zij het Bestuur er niet van overtuigen, dat er in Amsterdam of andere grote steden behoefte zou zijn aan vestiging van perma nente bioscopen-B. Het Bestuur was van mening, dat ongeacht de druk der vermakelijheidsbe- lasting, die op zichzelf bioscoopvestigingen onder deze omstandigheden onaan vaardbaar maakt, de B-inschrijving uitsluitend is bedoeld voor kleine gemeenten, 'waar het niet mogelijk is een normale permanente bioscoop, behorende tot de categorie-A, te exploiteren. Het Hoofdbestuur wees het verzoek van Holland Film af, in overeenstem ming met het advies van ons Afdelingsbestuur. Tegen deze beslissing werd door Holland Film hoger beroep aangetekend bij de Ledenraad, welke beroep echter in het verslagjaar niet werd behandeld. Ter voorziening in drie vacatures in het Bestuur van de Stichting Bio-Vacan- tieoord, ontstaan door het tussentijds aftreden van de heer J. S. Croeze het overlijden van de heer A.. P. du Mée Sr. ,en het periodiek aftreden van de heer S. Kinsbergen, benoemde het Bestuur de heren M. Gerschtanowitz en W. K. G- van Roven, en herbenoemde het de heer S. Kinsbergen. Het Bestuur benoemde in de loop van 1953 tot lid van de Afdelingsraad, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het tussentijds aftreden van de heer W. F. Dubbeldeman, de heer W. Hulshoff Pol, Directeur van de N.V. Mij. voor Cinegrafie. De Huishoudelijke Commissie van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring besloot trailers te rangschikken onder de categorie van films in artikel 1, lid 2, 2e der Bioscoopwet, daarmede erkennend dat trailers in feite reclamefilms zijn, welke films door de Centrale Commissie steeds onder die categorie plegen te worden gerangschikt. Van dit besluit, waaraan enige beperkingen waren verbonden met betrek king tot vóór 15 Juli gekeurde trailers en trektitels, deed het Bestuur per circulaire mededeling aan de leden der Afdeling. Met betrekking tot de jaarlijkse collecte van het Nederlandse Roode Kruis adviseerde het Bestuur de leden om hieraan gedurende een gehele week vol ledige medewerking te verlenen, zulks in verband met de actie tot uitbreiding van het aantal rampendepóts. Er werden in het verslagjaar vijf ledenvergaderingen gehouden. In de jaarvergadering van 27 Februari werden de gebruikelijke jaarstukken behandeld en goedgekeurd. In de bestuursvacatures, ontstaan door het periodieke aftreden van de heren W. F. Dubbeldeman en W. K. G. van, Royen, alsmede door het overlijden van de heer A. P. du Mée Sr. in December 1952, werd voorzien door herbe noeming van eerstgenoemde heren en verkiezing op voorstel van het Bestuur, van de heer W. Hulshoff Pol, directeur van de N.V. Mij. voor Cinegrafie. Voorts werden op voorstel van het Bestuur de heer W. K. G. van Royen opnieuw tot Voorzitter en de heer W. F. Dubbeldeman voor het eerst tot Vice-Voorzitter benoemd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 125