126 waaronder de circulaire van zijn voorganger in 1948, waarbij een verplichte per centage voor de hoogte der vermakelijkheidsbelasting werd aangegeven, zich zodanig hadden gewijzigd, dat de minister bereid was zijn goedkeuring te hechten aan voorstellen van de gemeenten om tot verlaging der vermakelijkheidsbelasting over te gaan. Wij hopen, dat, nu de resultaten van het onderzoek bekend zijn, ook het Haagse gemeentebestuur bereid is voorstellen aan de gemeenteraad te doen ten einde de discriminatie ten opzichte van het andere amusementsbedrijf op te heffen. In verband met de heffing der vermakelijkheidsbelasting kunnen nog twee feiten worden gememoreerd. Met de komst van de drie-dimensionale film in Nederland ontstond het pro bleem of voor de hierbij te berekenen huurprijs van de brillen vermakelijkheids belasting verschuldigd was of niet. Irï eerste instantie meende de Afdeling Ver makelijkheidsbelasting, dat, gezien de zeer bijzondere verordening hierop in Den Haag, wel degelijk'vermakelijkheidsbelasting over de verhuurprijs van de brillen verschuldigd was. Nadat echter zowel in Rotterdam als Amsterdam de ver- makelijkheidsbelastingheffing op brillen was afgeschaft, besloot, ook de gemeente s-Gravenhage deze heffing te laten vervallen. Het tweede feit betreffende de heffing der vermakelijkheidsbelasting deed zich voor toen in het Asta Theater bij de vertoning van. een artikel 1-film tegelij kertijd met orkest en variété het tarief van 35 gehandhaafd bleef. Als men be denkt, dat de heffing op variété 20 bedraagt en voor de vertoning van een artikel 1-film eveneens 20 verschuldigd is, doet het vreemd aan, dat, wanneer men deze twee soorten van vermaak samenvoegt 35 vermakelijkheidsbelasting verschuldigd zou zijn. Na verschillende besprekingen gevoerd door de heer J. H. H. Tapke Lokenberg is het dan ook gelukt de Afdeling Vermakelijk heidsbelasting van de gemeente 's-Gravenhage er van te overtuigen, dat strikte toepassing van de verordening tot grote onbillijkheden zou leiden. Derhalve besloot de gemeente in deze gevallen 20 vermakelijkheidsbelasting voor de betreffende voorstelling te heffen. In de laatste maand van het verenigingsjaar trad in werking de Zondagswet 1953, waarbij wordt bepaald dat vóór 1 uur des namiddags geen vermakelijk heden mogen plaats vinden, doch dat bij bijzondere maatregel van bestuur door de Minister kan worden bepaald welke vermakelijkheden niet onder de nieuwe wet vallen en de Burgemeester ontheffingen kan verlenen, doch slechts wanneer dit bij verordening van de gemeenteraad wordt vastgesteld. De Minister stelde bij maatregel van bestuur vast, dat bioscoopvoorstellingen, welke in besloten ruimten worden gehouden en de geestelijke, zedelijke, of culturele verheffing of ontwikkeling van het publiek ten doel hebben, niet als openbare vermakelijk heden in de zin van de Zondagswet zullen worden beschouwd. Tot nu toe heeft de gemeenteraad van Den Haag nog geen verordening vast gesteld in verband met de nieuwe Zondagswet, zodat ontheffingen hiervan door de Burgemeester nog niet kunnen worden verleend. Statistische gegevens: 1952 1953 Aantal bezoekers 7.404.846 7.148.817 Netto-recette f 5.253.247.- f 5.320.140. De gemiddelde bruto-toegangsprijs 0,939 0,983 Vermakelijkheidbelasting per plaats 0,229 0.239 Evenals in het vorige jaarverslag valt dus een daling van het aantal be zoekers te constateren tegenover een stijging van de netto-recette,. Vergelijken

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 130