129 Dit klemt te meer nu het afgelopen jaar een toenemende ontwikkeling van de wederopbouw in onze stad te zien heeft gegeven. Ook in ons bedrijf begint de herbouw van de verwoeste bioscopen vastere vorm aan te nemen. De nestor onzer afdeling, de heer P. Vermeer, zag bij de opening van het nieuw gebouwde Centraal Theater - aan de Binnenweg op 22 October 1953 zijn onvermoeide energie bekroond, en de in de loop van het jaar door ons Bestuur ingestelde enquête wees uit dat verscheidene zijner collega's het voorbeeld van de heer Vermeer in de naaste toekomst hopen te volgen. Zij allen doen dit in het vaste vertrouwen, dat de thans nog op ons bedrijf rustende belastingdruk binnenkort tot een zodanig peil zal worden verminderd, dat een economisch verantwoorde exploitatie mogelijk zal worden, hetgeen onder de huidige omstandigheden nog tof de onbereikbare idealen behoort. In de loop van het verslagjaar bracht onze Afdeling advies uit aan het Hoofd bestuur voor de vaststelling van de expiratiedatum der prioriteitsrechten als be doeld in de in 1948 door onze Afdeling vastgestelde „Richtlijnen Herbouw Rot terdam", welk advies was gebaseerd op de hierboven vermeide enquête, evenals op de bij de Dienst voor Stadsontwikkeling en Wederopbouw verkregen in lichtingen. Hoewel het Hoofdbestuur de expiratiedatum overeenkomstig ons advies op 31 December 1956 stelde, werden hieraan enige nadere voorschriften verbonden tot vaststelling van de wijze en de data waarop grondreservering en indiening van aanvragen bij het Hoofdbestuur resp. de Commissie Nieuwe Zaken dienden plaats te hebben. Daar onze Afdeling meende dat deze voorschriften in de practijk tot ernstige bezwaren konden leiden, werd het Hoofdbestuur hiervan op de hoogte gebracht, met het gevolg dat bij een aanvullend Hoofdbestuurs- besluit enige wijzigingen werden aangebracht en een dispensatie-mogelijkheid werd geopend. Hoewel ook deze nadere beslissing geen onverdeeld gunsdg ont haal kon vinden in de ogen onzer Afdeling, mag in dit verslag de hoop worden uitgesproken dat de rechten waarop de leden onzer Afdeling, wier theaters in Mei 1940 door het oorlogsgeweld werden verwoest en die zich sindsdien voor een groot aantal schier onoverkomelijke moeilijkheden geplaatst zagen, aanspraak kunnen maken, op beviedigende wijze uitgeoefend zullen kunnen worden. Uit de aard der zaak gaf onze Afdeling ook haar volle aandacht aan de mede delingen van het Hoofdbestuur terzake van de moeilijkheden met een aantal Amerikaanse filmverhuurkantoren, die nog voor het einde van het verslagjaar konden worden opgelost door wijziging van het Bedrij f sreglemem. ter zake ener Aanvulling van de Algemene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films. Bij deze gelegenheid bleek dat de nieuwe constellatie van de Afdelingsraad, waarin thans drie leden van elke afdeiing zitting hebben en waarvan ook alle leden-expioitanten van het Hoofdbestuur deel uitmaken, het onderling overleg tussen de onderscheidene plaatselijke en provinciale afdelingen ter behartiging der algemene exploitantenbelangen ten zeerste heeft bevorderd. i In het jaar 1953 trokken de gezamenlijke bioscopen onzer Afdeling 5.238.719 bezoekers, met een totaalbedrag van f5.092.731,— aan bruto-recettes, overeen komende met een gemiddelde bruto-entreeprijs van f 0,972 per bezoeker. Aan belasting op vermakelijkheden werd een bedrag van f 1.191.293,— betaald, zodat er aan netto-recette (zonder aftrek van omzetbelasting) f 3.901.438,resteerde. Daar het Bondsjaarverslag volledige overzichten pleegt te bevatten van alle ge gevens betrekking hebbende op de bezoekersaantallen en de recettes in het gehele land, moge voor verder cijfermateriaal naar het Bondsverslag worden verwezen. Aangezien de heer P. Vermeer, die gedurende een lange reeks van jaren zitting had in ons Afdelingsbestuur, zich om gezondheidsredenen niet herkiesbaar kon

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 133