Afdeling Het Noorden
133
'T'ER voldoening aan het bepaalde in artikel 12 van het Uniform Reglement
x van de Provinciale en Plaatselijke Afdelingen van Exploitanten heb ik de eer
U aan te bieden het Jaarverslag van onze Afdeling over het jaar 195.3.
In het afgelopen jaar werden de gemoederen van de exploitanten wel hevig
in beroering gebracht door de „Amerikaanse kwestie". De eisen waarmede de
Amerikanen, voor de dag kwamen waren inderdaad niet gering: verhoging van
het maximum filmhuurpercentage tot 45, terwijl 3-D, CinemaScope en daar
mede gelijk te stellen films, alsmede zogenaamde „colossals" geheel vrij zouden
moeten zijn. Een speciale vertegenwoordiger van de M.P.A.A. werd naar Ne
derland gezonden. Hoewel na langdurige besprekingen en onderhandelingen met
het Hoofdbestuur de eisen der Amerikanen reeds aanzienlijk waren verminderd,
kon toch geen overeenstemming worden bereikt en werd door de bij de M.P.A.A.
aangesloten maatschappijen het lidmaatschap van de Bond op 30 September
opgezegd. Door het Hoofdbestuur werd vervolgens advies ingewonnen bij de
Bedrijfsafdeling Filmverhuurders en bij de Afdelingsraad, waarna een Bedrijfs-
besluit tot tijdelijke wijziging en Aanvulling van het Aanvullingsreglement
Bondsvoorwaarden werd ontworpen, hetgeen ook voor de Amerikanen accep
tabel was en dat in; de Ledenraadsvergadering van 3 November 1953 werd aan
genomen. Het uiteindelijke resultaat van' de actie was dat 3-D, panoramische en
soortgelijke films geheel vrij zijn, dat films tegen een redelijke sliding scale
mogen worden verhuurd met een minimum van 2iy2 en een maximum van
40 terwijl de helft van het product mag worden verhuurd tegen meer dan
32H per programma exclusief journaals. Hoewel deze regeling slechts voor
een jaar van kracht is meen ik toch het Hoofdbestuur hulde te moeten brengen
voor de wijze waarop het deze uiterst moeilijke kwestie tot een goed einde heeft
gebracht.
Daarentegen werd het vraagstuk der vermakelijkheidsbelasting nog niet tot
een goed einde gebracht. Wel werd van Regeringszijde een onderzoek ingesteld
naar de rentabiliteit onzer bedrijven in verband met de actie tegen de hoge ver
makelijkheidsbelasting.
Kwam er van het belastingfront dus weinig nieuws, wel nieuws kwam er van
het prijzenfront; besloten werd namelijk de entreeprijzen met gemiddeld tenminse
10 te verhogen, in verband met de steeds stijgende exploitatiekosten en de
zoveelste loonronde. Inderdaad was er alle redenen voor een verhoging van de
prijzen van de bioscopen. Deze waren niet alleen in verhouding tot de entree
prijzen in het buitenland veel te laag, maar ook hun respectieve verhogingen
stonden in geen vergelijking tot de verhogingen van prijzen in andere amuse-
mentsbedrijven en van die van consumptie-artikelen. Laten wij hopen dat deze
prijsverhoging mag leiden tot de gewenste verhoging der recettes.
De recettes vertoonden over het algemeen geen grote verschillen met die van
het voorgaande jaar, al zal waarschijnlijk een kleine teruggang hebben plaats
gevonden. De stormramp, die ons land teisterde en ons gehele volk eensgezind
tot grote offervaardigheid bracht teneinde het materiële leed te verzachten, had
ongetwijfeld een ongunstige invloed op het bioscoopbezoek, doch het (althans
voor onze bedrijven) gunstige vacantieweer vergoedde dib weer enigszins.
Onze leden kwamen het afgelopen jaar vijfmaal in vergadering bijeen en
wel telkenmale in „Frigge" te Groningen, waar wij door de nieuwe directie
buitengewoon gastvrij werden ontvangen, waarvoor wij de heer Ploeger gaarne
hartelijk dank zeggen.