met het resultaat van dit accountantsrapport in kennis zou stellen met de mededeling, dat de grondea die destijds hebben gegolden voor de belastingverhoging, thans niet meer aanwezig zijn. Wel moest de Minister bezwaar maken tegen het noemen van een be paald percentage dat thans aanvaardbaar zou moeten worden geacht. Het kwam de Minister daarom juister voor uitsluitend met het ver leden af te rekenen en de gemeentebesturen in overweging te geven de discriminatie van het bioscoopbedrijf voorzover deze geacht kan worden het gevolg te zijn van de in het verleden gemaakte abnor male winsten, ongedaan te maken. Voorts deelde de Minister mede, dat hij overwoog op gemeentelijke besluiten tot verlaging van de vermakelijkhedenbelasting op bioscoopvoorstellingen op grond van vorenstaande overweging de Koninklijke Goedkeuring te bevorderen, ook al zou de financiële positie van de gemeenten de inkomstenderving eigenlijk niet toestaan. De Minister sprak het vertrouwen uit dat langs deze weg een oplossing zou kunnen worden gevonden in het bioscoopconflict en verklaarde zich gaarne bereid met het Hoofdbestuur hierover nog nader van gedachten te wisselen. Dit onderhoud heeft aan het begin van het nieuwe jaar plaats gehad. 1953 heeft dus zo al geen bevredigende oplossing van het ver- makelijkheidsbelastingvraagstuk gebracht dan toch de weg naar het overleg met de gemeentebesturen opnieuw geopend, ditmaal zonder de belemmerende instructies van Overheidswege daterend uit de jaren 1947/1948, en met de steun in de rug van de Regerings opvatting dat de gronden die tot de belastingverhoging destijds hebben geleid niet meer aanwezig zijn en er evenmin reden is voor discriminatie van het bioscoopbedrijf bij de belastingheffing ten opzichte van het overige vermaak. Het gemeentelijke karakter van de vermakelijkheidsbelasting maakt een uniforme oplossing van de daarmede samenhangende vraagstukken voor ons bedrijf niet een voudig. Integendeel, wij zijn ons ervan bewust, dat ons nog grote moeilijkheden te wachten staan. Niettemin hebben wij vertrouwen dat de gemeentebesturen, nu de Regering in het raam van de be perkingen waarvoor zij zich nu eenmaal met het oog op de gemeen telijke autonomie ziet gesteld duidelijk de wens tot herziening van de belastingtarieven heeft kenbaar gemaakt, hunnerzijds de be slissende stap zullen zetten om door een billijke en verstandige belastingpolitiek die op zijn minst neerkomt op gelijkstelling van de heffing op bioscoopvoorstellingen met die op het overige ver maak, mede de voorwaarden te scheppen voor een gezonde ont wikkeling van de film en het film- en bioscoopbedrijf. Een herziening van het belastingpercentage voon bioscoopvoor stellingen werd in het afgelopen jaar bereikt in de volgende gemeen ten. De Bilt, Boxmeer, Brummen, Brunssum, Echt, Eysden, Geldrop, Groenlo, Hellendoorn, Helmond, Horst, Kerkrade, Lisse, Lochem, 14

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 13