143
Verslag over het Stichtingsjaar 1952—1953 (1 Sept. '52-31 Aug. '53)
r^EDURENDE het afgelopen Stichtingsjaar hebben zich in het Bestuur wederom
enige mutaties voorgedaan.
De heer S. Barnstijn zag zich wegens drukke werkzaamheden genoodzaakt
zijn functie neer te leggen en in zijn plaats werd door het Hoofdbestuur van
de Nederlandsche Bioscoop-Bond de heer W. F. Dubbeldeman benoemd.
Voorts werden de heren P. C. van Bork en J. Mulder vervangen door respec
tievelijk de heren D. Meenhorst, voorgedragen door; de Inspectie voor het Brand
weerwezen en J. van Kerkwijk, voorgedragen door de Algemene Bedrijfsbond.
Het volledige Bestuur was met inbegrip van bovenbedoelde mutaties aan het
eind van dit verslagjaar als volgt samengesteld:
W. F. Dubbeldeman, Voorzitter; G. H. Groenewegen, Penningmeester; O. P.
Besseling, A. Hakhof, F. v. d. Heyden, J. van Kerkwijk, D. Meenhorst, E. F. W.
Trijssenaar, leden, H. W. Hagenberg, Secretaris en L. Claassen plaatsvervangend
Secretaris.
De Bestuursvergaderingen welke dit jaar werden gehouden waren voor een
belangrijk deel gewijd aan binnengekomen aanvragen ter verkrijging van tijdelijke
dispensatie van de verplichting om het operateursdiploma te bezitten.
Ook thans werd er bij de behandeling van deze aanvragen van uitgegaan,
dat waar de operateurs nu ruim 5 jaar de gelegenheid hebben gehad het ver
plichte diploma te verwerven, alleen in zeer bijzondere gevallen sprake kan zijn
van het verlenen van dispensatie. Daar- kwam nog bij, dat op verzoek van' de
Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf werd besloten om geen dispensaties
voor de functie van eerste operateur belast met de leiding te verlenen, vóórdat
ter zake het advies van genoemde Commissie is ingewonnen, teneinde op deze
wijze eveneens georiënteerd te zijn omtrent de eventuele sociale belangen,
welke met het al dan niet verlenen der dispensatie gediend kunnen worden.
Voorts kwam opnieuw de wenselijkheid naar voren de lessen van de schrif
telijke cursus zodanig te laten omwerken, dat de practijk, waar mogelijk, on
middellijk aan de desbetreffende theoretische onderwerpen worden gekoppeld.
Hierdoor zal de bestudering van de lessen ongetwijfeld aangenamer worden
en minder moeilijkheden voor de cursisten opleveren. De vroegere cursus
leider, de heer De Haan, was destijds reeds met een opdracht in deze richting
belast, doch door allerlei omstandigheden zijn toen de noodzakelijk geachte
wijzigingen niet naar tevredenheid tot stand gebracht. Derhalve werd door
het Bestuur een Werkcommissie in het leven geroepen, bestaande uit enige
personen, die regelmatg als examinator bij het opleidingswerk zijn betrokken,
welke Commissie tot taak kreeg de mogelijkheden tot wijziging van de indeling
van de cursus op de door het Bestuur gewenste wijze nader te onderzoeken
en daarover rapport uit te brengen.
De Commissie kwam tot de conclusie, dat het inderdaad mogelijk was de
voor het examen noodzakelijke leerstof door een gewijzigde groepering beter
verteerbaar" te maken en zij achtte het bovendien gewenst de tot dusverre
gebruikte voorbereidingscursus, zijnde de eerste 20 lessen die aan de hoofd
cursus voorafgaan, dusdanig te wijzigen, dat daarin de volledige stof wordt
behandeld, die nodig is om te kunnen deelnemen aan het examen ter verkrijging
van het practijkcertificaat. Dit systeem biedt het voordeel, dat zij die het eerste
deel var( de cursus, hetwelk uit circa 30 lessen zal gaan bestaan, hebben be
studeerd, desgewenst kunnen trachten in het bezit te komen van het practijk
certificaat om daarna te beslissen of zij hun studie al dan niet zullen voort
zetten. Volledigheidshalve zij hierbij aangetekend, dat het practijkcertificaat
slechts waarde heeft voor. een beperkte groep van kleine bioscopen.
Naar schatting zal het bewerken van dó lessen in totaal circa anderhalf jaar
in beslag nemen. Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat genoemde
Werkcommissie als haar mening te kennen gaf, dat verscheidene lessen be-