Bioscoopwet
Ï~)E betrekkingen tussen het Hoofdbestuur en de Huishoudelijke
Commissie van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring
waren wederom van de meest aangename aard, waarbij over en
weer begrip bestond, onzerzijds voor de moeilijke taak, die deze
Commissie krachtens de Wet is toevertrouwd en van de zijde der
Commissie doordat zij haar bevoegdheden zodanig uitoefende dat
de lasten welke daaruit voor het bedrijf voortvloeien tot het nood
zakelijke worden beperkt.
De plaats welke het centrale filmkeuringsinstituut allengs in ons
land is gaan innemen werd bijzonder; geaccentueerd door de veel
zijdige belangstelling waaronder de Centrale Commissie voor de
Filmkeuring op 28 Februari in het Metropole-Tuschinski Theater
te 's-Gravenhage in aanwezigheid van de Minister van Binnen
landse Zaken en zijn voornaamste adviseurs het feit heeft herdacht,
dat zij 25 jaar geleden haar arbeid begon.
Het Hoofdbestuur was bij deze gelegenheid vertegenwoordigd
door de Vice-Voorzitter, de heer ]i S, Croeze f, de Penningmees
ter, de heer W. K. G. van Royen, en de Bondsdirecteur, de heer
J. G. J. Bosman. Van de zijde van de Bedrijfsafdeling Filmver
huurders waren aanwezig de Vice-Voorzitter, de heer J. L. Paerl,
en de administrateur, de heer H. W. Hagenberg. De Bondsdirec
teur heeft tijdens de bijeenkomst de gevoelens vertolkt van het
gehele Nederlandse film- en bioscoopbedrijf. Hij heeft de Commis
sie hartelijk geluk gewenst, zijn respect betuigd voor haar werk
en haar toegewenst dat haar arbeid even zegenrijk moge blijven als
in de afgelopen 25 jaar. In het bijzonder heeft hij daarbij zijn1 be
wondering tot uitdrukking gebracht voor het wijze beleid dat bij
de instelling van de Commissie aan de dag is gelegd. Inzonderheid
heeft hij gememoreerd de maatregelen welke onder het voorzitter
schap van Mr, D. Bijdendijk genomen zijn en welke getuigen van
begrip voor de functie van de Wet in de huidige tijd en voor de
functie van de film voorzover dat in het kader van de Wet moge
lijk is.
De gelukwensen werden bezegeld door een klein geschenk dat
door de Bondsdirecteur namens de bedrijfsorganisatie tijdens de
bijeenkomst aan de Voorzitter werd overhandigd. Bij deze gelegen
heid heeft de Voorzitter van de Keuring nog eens met zoveel
woorden geprezen de medewerking welke hij bij de uitoefening
van de bij de Wet aan de Commissie opgelegde taak van de zijde
van het Hoofdbestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond on
dervindt.
16