Met hartelijke instemming moge het feit worden vermeld dat de centrale Commissie ook de tweede Nederlandse speelfilm welke tijdens het verslagjaar ter keuring was aangeboden, heeft gekeurd als een betreffende een der onderwerpen als bedoeld in artikel 1, lid 2, 2e van de Wet. Het verzoek hiertoe was gedaan op grond van het Nederlandse onderwerp, -milieu, -muziek, -dialoog, -ac teurs en -technici. De Commissie is tot de conclusie gekomen dat door deze film de Nederlandse bioscoopbezoeker in staat wordt gesteld kennis te nemen van een in beschaafde vorm uitgebracht nationaal product, waardoor kan worden gezegd dat een alge meen cultureel belang wordt gediend. Een werkelijk Nederlandse film stelt, volgens het keuringsrapport, de filmbezoeker in staat de film vollediger te beleven dan welke andere film ook, gezien de daaraan verbonden beperkingen van taal, ondertitels etc. Hiermede heeft de Commissie practisch principieel uitgesproken dat iedere verantwoord gemaakte Nederlandse film op grond van zijn Neder landse karakter en zijn binnenlandse betekenis voor de ontwik keling van het filmwezen onder de artikel 1lid 2, 2e-categorie van de Wet moet worden gerangschikt. 17

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 16