Deviezen Jj^RNSTIGE moeilijkheden ten aanzien van de transfer van licen ties en materiaalkosten zijn in het verslagjaar achterwege ge bleven. Het aantal ingevoerde nieuwe hoofdfilms (waaronder zich voor het eerst een tiental 3D-films bevonden) is in het verslagjaar iets verminderd ten gevolge van een teruggang in het aantal uit de U.S.A. afkomstige films. De invoer uit de andere landen vertoonde opnieuw een, zij het ditmaal vrij geringe, stijging en liep hierdoor op tot 44 van het totaal. Het aantal ingevoerde positieve copieën is wederom gestegen, de invoer van negatieve copieën daarentegen andermaal in aan zienlijke mate gedaald. Het invoeraandeel der kleurenfilms is opnieuw vergroot en wel tot 32 voor wat het aantal ingevoerde copieën betreft, liep dit percentage zelfs tot 54 op. Voor verdere gegevens verwijzen wij naar het overzicht, dat el ders in dit verslag is afgedrukt Ofschoon dit besluit eerst in 1954 in werking is getreden, dient nog te worden vermeld, dat De Nederlandsche Bank in de'voor laatste week van het verslagjaar heeft besloten om, zij het met be houd van zijn contröle-taak en -bevoegdheden, de na de Bevrijding aan de Bond verleende licentie- en transfervergunning in te trek ken. In de plaats daarvan is aan ieder lid-filmverhuurder afzonder lijk vergunning gegeven om zonder voorafgaande incidentele goed keuring licentie-contracten met buitenlanders te sluiten en de daar uit voortvloeiende betalingsverplichtingen af te wikkelen. Een en ander dient te worden bezien in het kader van het streven om, nu de algemene deviezensituatie zoveel gunstiger is geworden, het buitenlandse betalingsverkeer geleidelijk aan soepeler te maken. Deviezen voor smalle films De Commissie die met het beheer van de voor de import van smalle films beschikbaar gestelde betalingscontingenten is belast, was in 1953 onveranderd samengesteld uit de heren J. C.i Schuller! Voorzitter, zitting hebbend vanwege het Ministerie van Onderwijs' Kunsten en Wetenschappen, H. W. Hagenberg, Secretaris, van wege de Nederlandsche Bioscoop-Bond, Mr. M. Geerling vanwege de Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Fotoproducten en Mr, C. Constandse vanwege de Nederlandse Smalfilm Unie. 19

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 18