A van Domburg, journalist en filmcriticus te Amsterdam, Voor
zitter; Mr. R. P. Bordewijk, filmcriticus te Rotterdam en lid van
de Sectie voor de Filmkunst van de Voorlopige Raad voor de Kunst,
J. Nijland Jr., bioscoopexploitant te Utrecht, Jhr. W. H. J. B. Sand-
berg, directeur van het Stedelijk Museum te Amsterdam, lid- en
plaatsvervangend voorzitter van de Voorlopige Raad voor de
Kunst en P. Schuitema, cineast, leraar aan de Academie voor
Beeldende Kunsten te 's-Gravenhage en lid van de Sectie voor
de Filmkunst van de Voorlopige Raad voor de Kunst, leden; J. G. J.
Bosman, lid-Secretaris.
Slechts betrekkelijk weinig films werden er in de loop van 1953
aan de Commissie vertoond, die niet onder het begrip propaganda-
of reclamefilm vielen. Het vertoonde werk stond over het alge
meen boven het gemiddelde internationale productiepeil, zodat de
Commissie aan niet minder dan vijf films, waaronder „Houen zo!"
van Herman van der Horst; het hoogste praedicaat, namelijk dat
van „aanbevolen film" kon verlenen. Voor de eerste maal bevon
den zich onder de aldus onderscheiden films enige kleurenfilms.
Ingevolge een besluit van het Hoofdbestuur werden deze vijf aanbe
volen films als zodanig geplaatst op de in artikel 6 van het Be-
drijfsreglement in zake de vertoning van Nederlandse Films om
schreven Lijst van Aangewezen en Aanbevolen Films. Deze lijst
bevatte aan het einde van het verslagjaar drie en twintig titels.
De film „Houen zo!" van Herman van der Horst werd op het
Internationale Festival van de Film te Cannes onderscheiden met
de Internationale Prijs voor de Realistische Film.
In enige gevallen adviseerde de Commissie het Hoofdbestuur
plaatsing op de Lijst van Geen Bezwaar ten einde de vertoning van
de betrokken films in de bioscopen mogelijk te maken.
Aan het Instituut „Film en Jeugd" werd een advies uitgebracht
met betrekking tot het schrijven van scenario's voor het vervaar
digen van kinderfilms.
Het Nederlands Filminstituut
De vertegenwoordiging van de Nederlandse Bioscoop-Bond in
de Raad van Beheer van de Stichting „Nederlands Filminstituut"
bleef in het verslagjaar ongewijzigd samengesteld uit de heren
Joh. Miedema, Secetaris van het Hoofdbestuur, J. Nijland Jr., lid
van, de Culturele Advies-Commissie, C. S. Roem, Vice-Voorzitter
van het Hoofdbestuur en Voorzitter van de ^Bedrijfsafdeling Film
fabrikanten en Filmproducenten en J. G. J. Bosman, Directeur
van de Bond.
Het Nederlands Filminstituut, dat ten doel heeft de bevordering
van de filmcultuur in Nederland in de ruimste zin' van het woord,
onderhoudt een nauw contact met de Nederlandsche Bioscoop-
28