Mogen wij deze bespreking van de voorstellen tot wijziging van
de loonregeling besluiten met uiting te geven aan ons vertrouwen,
dat de nog resterende twistpunten op korte termijn tot een voor
werkgevers zowel als werknemers bevredigende oplossing kunnen
worden gebracht.
Buiten de besprekingen, welke op het hierboven beschreven on
derwerp betrekking hadden, werden ook in dit verslagjaar diverse
adviezen uitgebracht aan het College van Rijksbemiddelaars met
betrekking tot het verlenen van dispensatie van de bepalingen der
loonregeling. Bovendien werd enige malen de bemiddeling van
de Sociale Commissie ingeroepen voor het geven van een interpre
tatie van de tekst der loonregeling, indien werkgever en werk
nemer het over een bepaald punt niet eens konden worden.
Onder andere deed zich hierbij een zeer merkwaardig geval
voor, waarbij een werkgever een werknemer aansprakelijk stelde
voor de extra kosten verbonden aan een te late doorzending van
een film, De betrokken film was buiten de schuld van de werkne
mer in kwestie te laat voor doorzending aan een expediteur aange
boden en toen de werknemer dit op het laatste moment ontdekte,
heeft hij, zonder zijn werkgever daarvan te kunnen verwittigen, de
film per huurauto naar de verafgelegen bioscoop gebracht, die deze
film moest vertonen. Aldus doende dacht hij de schade voor zijn
werkgever zoveel mogelijk te beperken. De werkgever stelde zich
echter op het standpunt, dat hier sprake was van een fout
van zijn employé en hij was derhalve niet bereid de betrokkene
de kosten te vergoeden, die hij voor het wegbrengen der film had
moeten maken. Bovendien zegde hij de werknemer in kwestie
enige tijd later ontslag aan.
De Sociale Commissie gaf als haar mening te kennen, dat de
werkgever de werknemer ten onrechte aansprakelijk stelde voor
de kosten verbonden aan hel; wegbrengen der onderhavige firn en
dat het evenmin was toegestaan hem te ontslaan voordat een ont
slagvergunning was verkregen.
Aangezien de werkgever niet bereid bleek deze aangelegenheid
in der minne te regelen, werd de kwestie bij het Hoofdbestuur
van de Nederlandsche Bioscoop-Bond aanhangig gemaakt, doch
ook hier kon geen oplossing worden gevonden.
De werknemersorganisatie, waarbij de employé in kwestie was
aangesloten, zag ten slotte geen andere uitweg dan zich tot de
rechter te wenden. In de loop van dit verslagjaar deed deze echter
geen uitspraak.
Voorts moet nog worden vermeld, dat op 31 December van het
verslagjaar een beschikking van het College van Rijksbemidde
laars verscheen, waarbij de loonregeling werd gewijzigd, met dien
verstande, dat de algemene Loonsverhoging van 5 die met in
gang van de eerste loonweek van Januari 1954 van kracht zou
34