Ter inleiding Q VEREENKOMSTIG het in de Statuten bepaalde breng ik U hierbij verslag uit van de Bondswerkzaamheden over 1953. Alvorens in de afzonderlijke hoofdstukken de veelzijdige acti viteit van de onderscheiden Bondscolleges te releveren, kan wel licht een korte algemene beschouwing van nut zijn. De voortzetting van het gunstige conjunctuurverloop in ons land, ondanks tegenslagen en aarzelende tendenzen elders, heeft op de gang van zaken in, ons bedrijf haar stempel gedrukt. De vermin dering van het bioscoopbezoek schijnt tot staan te zijn gekomen; voor het eerst valt sedert 1946 procentueel genomen een lichte toeneming, namelijk van bijna 1 te constateren. Zij houdt welis waar nog geen gelijke tred met de bevolkingsaanwas, noch betekent zij vooruitgang voor de zaken individueel, aangezien rekening moet worden gehouden met de uitbreiding van het aantal zit plaatsen; door de vestiging van nieuwe zaken, maar zij heeft toch de betekenis, dat de fatale trend van de laatste jaren zich niet langer neerwaarts beweegt. Een bescheiden correctie van de entreeprijzen kon als gevolg van de voortdurende kostenstijging niet langer achterwege blijven. Mede doordat in een aantal gemeenten de vermakelijkheidsbelas- ting werd herzien is, het bedrijf er dit jaar beter dan voorheen in geslaagd zijn deel in de totale toeneming van; de consumptieve uit gaven der bevolking te verwerven. Het gemiddelde prijspeil van de bioscopen blijft echter aanzienlijk ten achter bij de indexcijfers en staat in geen vergelijking tot wat in het buitenland voor bioscoop bezoek wordt betaald. (In de grote theaters in het buitenland bijvoorbeel variëren de entreeprijzen van f 2,-tot f 5,.de prijzen

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 3