Ingediend werd voorts een verzoek om toestemming tot het ex
ploiteren van een filmfabriek en wel voor de exploitatie der be
drijfstakken waaronder de werkzaamheden op zogenaamd smal-
filmformaat vallen. Deze fabriek was een reeds jaren bestaande
bonafide zaak tegen welker toelating door de Bedrijfsafdeling
Filmfabrikanten en Filmproducenten dan ook geen bezwaar werd
gemaakt. Door de gewijzigde reglementering was het thans mo
gelijk, dat zij tot het lidmaatschap van de Bond toetrad.
Zij nog vermeld, dat tegen zeven beslissingen op aanvragen voor
nieuwe bioscopen beroep werd aangetekend.
Commissie Beroep Nieuwe Zaken
In het verslagjaar heeft de Commissie Beroep Nieuwe Zaken
in haar drie zittingen zeven appèlzaken behandeld. In vijf gevallen
werd de beslissing der Commissie Nieuwe Zaken bevestigd, in
twee gevallen vernietigd. Alle zittingen werden gepresideerd door
Mr. J. Milius.
De Beroepcommissie bevestigde de beslissing der Commissie
Nieuwe Zaken, waarbij toestemming was geweigerd voor de vesti
ging van een permanente bioscoop-A te Rhenen, zulks op grond
van de overweging, dat de aanvrager noch in eerste instantie noch
in appèl aannemelijk heeft gemaakt, dat hij in staat was een aan
redelijke eisen beantwoordende bioscoop aldaar te stichten, zodat
terecht aan een andere aanvrager, die de beschikking had over een
reeds geheel gereed en aan die eisen beantwoordend gebouw in
dezelfde gemeente, de voorkeur was gegeven.
Eveneens bevestigde de Commissie Beroep Nieuwe Zaken een
in eerste instantie gewezen beslissing, waarbij toestemming was
geweigerd voor het gaan exploiteren van een nieuwe bioscoop in
een voormalig kerkgebouwtje te Enschede, omdat de aanvragers
niet konden aantonen de beschikking over bedoeld gebouw te
hebben en dat zij evenmin aannemelijk hebben gemaakt over vol
doende geldmiddelen te beschikken om de verbouwing en inrich
ting der bioscoop tot stand te brengen.
Voorts heeft de Beroepcommissie bevestigd een weigering van
de Commissie Nieuwe Zaken om toestemming te verlenen voor
de vestiging van een tweede bioscoop-A in Oosterhout, zulks op
grond van de overweging, dat het aantal inwoners van deze ge
meente te gering is om de vestiging van een tweede bioscoop
toelaatbaar te achten.
De Beroepcommissie kon zich verenigen met de afwijzende be
slissing der Commissie Nieuwe Zaken betreffende de vestiging van
een nieuwe bioscoop-A in Scheveningen, zij het dat deze bevesti
ging uitsluitend gegrond is op het ontbreken van sommige stukken,
die voor de behandeling der aanvrage nodig zijn.
47