De Commissie Beroep Nieuwe Zaken heeft vernietigd de in
eerste instantie gewezen beslissing, waarbij toestemming was ver
leend voor de vestiging van een tweede bioscoop-A in Beek (L.).
In beroep werd wel aan de aanvraagster toegestaan een nieuwe
bioscoop in deze gemeente te gaan exploiteren, echter op voor
waarde, dat aanvraagster de exploitatie van haar bestaande bio
scoop aldaar zal eindigen op de dag, voorafgaande aan de opening
der nieuwe bioscoop. Daarbij is overwogen, dat het aantal inwo
ners van Beek te gering is om een bestaansmogelijkheid voor twee,
aan redelijke eisen beantwoordende bioscopen op te leveren.
Eveneens heeft de Beroepcommissie vernietigd de beslissing der
Commissie Nieuwe Zaken, waarbij aan een der leden toestemming
was geweigerd om in Hengelo (O.) een nieuwe permanente bio
scoop te gaan exploiteren ter vervanging van zijn bioscoopexploi
tatie aldaar, welke hij niet kon voortzetten, daar de nieuwe
eigenaar van het gebouw eveneens lid van de Bond de
huurovereenkomst niet wilde voortzetten, omdat deze zelf in dat
gebouw de bioscoopexploitatie wilde ter hand nemen. De vraag,
of het huurcontract, expirerende begin 1950, al dan niet moest
worden verlengd, was destijds aan het oordeel van een arbitrage
commissie overeenkomstig artikel 11 van het Algemeen Bedrijfs-
reglement onderworpen. Dit reglementsartikel beoogt de huurder
exploitant van een bioscoop tegen onredelijke eisen van de ver
huurder van het gebouw te beschermen. Het opent de mogelijkheid
van de benoeming van drie scheidslieden (één door de huurder
exploitant, één door de verhuurder van het gebouw en de derde
door het Hoofdbestuur). In het onderhavige geval had de arbi
tragecommissie als haar oordeel te kennen gegeven, dat het huur
contract diende te worden verlengd en dat geen bijschrijving in
het Bedrijfsregister van de eigenaar als exploitant moest plaats
vinden. Óp verzoek van beide partijen hadden de scheidslieden
later ter aanvulling van hun vonnis bepaald, dat het tussen par
tijen te sluiten nieuwe contract moest gebaseerd zijn op het oude
contract, zij het met een gewijzigde huurprijs en wel voor de tijd
van vier jaar.
Een nieuwe arbitrage bleek niet mogelijk te zijn, weshalve de
huurder-exploitant toestemming vroeg zijn bioscoopexploitatie van
het bestaande gebouw naar een nieuw te bouwen pand over te
brengen. De Commissie Nieuwe Zaken had aangenomen, dat de
eigenaar van het bestaande bioscooppand van het Hoofdbestuur
een inschrijving in het Bedrijfsregister zou verkrijgen, en zij weiger
de de gevraagde toestemming aan de huurder-exploitant met het
argument, dat er aan de derde bioscoop, die hij zou gaan vestigen,
in Hengelo geen behoefte bestond. De huurder-exploitant tekende
daarentegen appèl aan.
De Beroepcommissie nam een geheel ander standpunt in. Zij
ging er van uit, dat artikel 11 van het Algemeen Bedrijfsreglement
48