Resumerend gaven de nieuwe zakencommissiés in 1953 toestem^
ming voor de exploitatie van zes niéuwe permanente bioscopen-A,
namelijk in Assen, Emmen, Beek (L), Hengelo (O), Rhenen en
Zevenaar. De aanvragen Beek, Hengelo en Emmen betroffen een
verplaatsing van zaken.
Voorts gaven de commissies toestemming voor- drie nieuwe] pro-
ductiezaken, enige bedrijfstakken voor een bestaande filmproduc
tiezaak en een filmfabriek.
Beslissingen Hoofdbestuur en Ledenraad
Het Hoofdbestuur gaf toestemming voor de exploitatie van vijf
nieuwe permanente bioscopen-B en wel in Boskoop, Domburg,
Hapert, Wijk en Aalburg, alsmede Zoetermeer.
Vijf aanvragen voor permanente bioscopen-B te Amsterdam,
Emmeloord, Maasbree, Ootmarsum en Zoetermeer (2e aanvrage)
werden afgewezen.
Tegen drie afwijzingen werd beroep aangetekend bij de Ledent
raad. Twee beroepen werden nog in het verslagjaar behandeld.
De Ledenraad bevestigde de beslissingen van het Hoofdbestuur,
Het derde beroep betreffende een afwijzing van de B-aanvraag
voor het Concertgebouw te Amsterdam, kwam eerst in 1954 voor
de Ledenraad.
Er werden in het afgelopen jaar derhalve vijf nieuwe permanente
bioscopen-B ingeschreven.
Wegens het niet voldoen aan de reglementaire vereisten voor
wat betreft het minimum aantal speeldagen werden uitgeschreven
tien permanente bioscopen-B en één permanente bioscoop-A.
Voorts werd in het Bedrij f sregister in plaatst van de verwoeste
bioscoop Centraal ingeschreven de herbouwde bioscoop Centraal
te Rotterdam, welke tijdens de oorlog was verwoest. Ook de als
verwoest ingeschreven Cineac Coolsingel te Rotterdam werd op
verzoek van de exploitante geschrapt, daar zij na verbouwing de
finitief was vervangen door dq aanvankelijk als noodexploitatie in
het Beursgebouw te Rotterdam gevestigde Cineac. Door de Februa-
ri-ramp werd vernietigd de bioscoop te Sint Maartensdijk, waar
voor thans herbouwplannen bestaan.
Een filmfabrikant werd als zodanig uitgeschreven, omdat hij
ingevolge de reglementswijziging van 1952 ten slotte onder de
categorie producenten behoorde. Van de lijst van filmproductie
zaken werd afgevoerd een onderneming, die al jarenlang geen
productiewerkzaamheden meer verrichtte.
Het Hoofdbestuur gaf aan vijftien aanvragers toestemming tot
het overnemen en voortzetten, respectievelijk veranderen van de
50