Het is verheugend te kunnen constateren, dat de technische in
specteur in steeds toenemende mate geraadpleegd wordt bij de op
lossing van de meest uiteenlopende technische problemen, welke
zich bij de bioscoop-exploitatie voordoen.
Vele leden zijn thans afgestapt van de vroeger ten onrechte
dikwijls gehoorde opvatting, dat' de technische inspectie een nood
zakelijk kwaad was; het inzicht heeft veld gewonnen, dat de tech
nische controle een gewaardeerde mogelijkheid is tot het verkrijgen
van deskundige! en belangeloze adviezen, die er uitsluitend op re-
richt zijn het technische peil der bedrijven tegen zo gering mogelijke
kosten zo hoog mogelijk op te voeren. Het'streven blijft erop ge
richt dit inzicht bij alle leden ingang te doen vinden.
Het vorenstaande! neemt niet weg, dat zich ook minder prettige
situaties kunnen voordoen, als de adviezen inzake het aanbrengen
van zeer noodzakelijke wijzigingen op technisch- en veiligheids
gebied worden genegeerd en de Technische Commissie tenslotte
haar toevlucht moet nemen tot het Hoofdbestuur hetgeeni in som
mige gevallen zelfs met sluiting der bedrijven, of althans met waar
schuwingen in die richting gepaard moest gaan. Gelukkig blijft
dit echter tot de uitzonderingen behoren en worden de adviezen
der Technische Commissie als regel met waardering ontvangen
en prompt opgevolgd. Deze adviezen hebben gewoonlijk betrekking
op het vermijden van filmbeschadigingen bijvoorbeeld door het
vervangen respectievelijk verbeteren van bepaalde onderdelen der
apparatuur, het aanschaffen van een filmplakpers teneinde het
ontbrandbare filmmateriaal op de juiste wijze te kunnen hanteren,
het installeren van een deugdelijke en moderne noodverlichtings
installatie of het aanbrenger» van kleine veranderingen aan de ap
paratuur, teneinde daarvan meer effect te kunnen sorteren, enz.
De Technische Commissie prijst zich gelukkig, dat het Hoofd
bestuur besloten heeft ten behoeve van de technische controles
een kleine wagen ter beschikking te stellen, waardoor de technische
inspecteur het vele tijdverlies, verbonden aan het reizen per spoor,
bus en tram bespaard wordt en het nuttig effect van zijn werk
zaamheden aanzienlijk zal stijgen.
Van hoeveel waarde het bezit van een eigen vervoermiddels is
blijkt dadelijk, indien men weet, dat in 1953 niet minder dan 102 ge
heel of ten dele vergeefse reizen zijn gemaakt, omdat in de te bezoe
ken bioscopen niemand werd aangetroffen en het irl de meeste ge
vallen,' gelet op de plaatselijke verbindingen, niet mogelijk was op
dezelfde dag in de naaste omgeving een controle in te stellen in
een andere bioscoop. Dit euvel zal in de toekomst zeer zeker be
langrijk in betekenis afnemen, hetgeen nadat de wagen tegen het
einde van het verslagjaar was afgeleverd, reeds dadelijk is ge
bleken.
55