men, kwamen niet meer overeen met de in bovenvermelde artikelen
vervatte functionele omschrijving. Men achtte derhalve een nadere
precisering van de taak en de bevoegdheden van de Afdelingsraad
noodzakelijk.
Na langdurige voorbereiding kwam een ontwerp tot wijziging
van het Uniform Reglement tot stand, ten gevolge waarvan de
functiën van de Afdelingsraad een betere en aan de feitelijk ge
groeide toestand aangepaste omschrijving verkregen.
Bovendien werd het reeds lang als een tekortkoming gevoeld,
dat de leden van de Afdelingsraad geen lid mochten zijn van het
Hoofdbestuur behoudens een door dit College benoemde gedele
geerde. Men vond het contact tussen de Afdelingsraad en het
Hoofdbestuur, op deze wijze geregeld,'niet voldoende.
Met dit verbod werd daarom in het ontwerp tot wijziging van
het Uniform Reglement gebroken, waardoor de samenwerking tus
sen Hoofdbestuur en Afdelingsraad vergemakkelijkt wordt.
Het voorstel van het Hoofdbestuur tot wijziging van het Uni
form Reglement van de Provinciale en Plaatselijke Afdelingen van
Exploitanten werd door de op Dinsdag 14 Juli gehouden jaarlijkse
algemene ledenvergadering aanvaard.
De op Maandag 23 April 1951 gehouden jaarlijkse algemene
ledenvergadering had op voorstel van de Afdeling Het Westen
besloten enige wijzigingen aan te brengen in de artikelen 25 en
30 van het Algemeen Bondsreglement, waardoor de benoemings
duur van de leden van de Ledenraad, die oorspronkelijk twee jaar
was, beperkt werd tot één vergadering of derzelver voortzetting.
Deze wijziging raakte niet de principiële opzet'van de Ledenraad,
zoals die statutair is vastgelegd. Men verwachtte van de verkorting
van de benoemingsduur vari de leden van de Ledenraad een ver
sterking van de rechtstreekse invloed van de afdelingen op de
samenstelling van de Ledenraad.
In de practijk bleek deze wijziging niet bevredigend te werken,
mede vanwege de technische bezwaren daaraan verbonden; de af
delingen moesten immers voor iedere Ledenraadsvergadering af
zonderlijk een gedelegeerde benoemen. Ten gevolge hiervari had
den verschillende Afdelingen de wens kenbaar gemaakt de benoe
mingsduur van de leden van de Ledenraad weer op twee jaar
vast te stellen, zodat het Hoofdbestuur besloot een desbetreffend
voorstel aan de algemene ledenvergadering voor te leggen.
Op dit voorstel werd door de Bedrijfsafdeling Filmverhuurders
een amendement ingediend er op neerkomende, dat de verkiezing
van de leden voor de Ledenraad in den vervolge uitsluitend zal
60