geschieden uit de tijdig schrifttelijk gestelde candidaten. Hierdoor
wordt voorkomen dat staande teti vergadering candidaten1 worden
gesteld, waardoor, zoals in de practijk gebleken is, verwarring
kan ontstaan en de verkiezingsprocedure wordt bemoeilijkt.
Dit voorstel met bedoeld amendement werd in de jaarvergade
ring op Dinsdag 14 Juli aangenomen.
Bijzondere zorg vereiste in het verslagjaar de ontwikkeling van
het bedrijf in Rotterdam. Aan de gedupeerden is bij het besluit
„Richtlijnen Herbouw Rotterdam" van 3 Nov. 1948 prioriteit ver
leend met betrekking tot de, wederopbouw hunner zaken met uit
sluiting van derden. Het Hoofdbestuur achtte de toestand ter
plaatse zodanig, dat verwacht mocht worden dat gedupeerden
zich zouden kunnen uitspreken over de uitoefening hunner rechten.
Met het oog hierop was het wenselijk om het tijdstip, waarop
zulks zou moeten geschieden, overeenkomstig de verleende be
voegdheden vast te stellen.
Dientengevolge wendde het Hoofdbestuur zich medio Februari
tot het Bestuur van de Afdeling Rotterdam met het verzoek mede
te delen, welke gedupeerde leden hun prioriteitsrechten hadden
uitgeoefend, en, voorzover dit nog niet was geschied, welke stap
pen hiertoe door de betrokkenen waren ondernomen alsmede binnen
welke termijn zij zich voorstelden hun rechten alsnog uit te oefenen.
Voorts verzocht het Hoofdbestuur de Afdeling advies inzake de
vaststelling van het vorenbedoelde tijdstip.
Het Afdelingsbestuur heeft daarop begin Juni, nadat ter zake
een ledenvergadering der Afdeling gehouden was, uitvoerig ver
slag uitgebracht over de feitelijke stand van zaken bij de herbouw
van de verwoeste bioscopen of de voorbereiding daarvan. Het
Bestuur adviseerde de expiratiedatum der prioriteitsrechten te stel
len op 31 December 1956.
Intussen had de Commissie Nieuwe Zaken zich einde April tot
het Hoofdbestuur gewend en in het belang van de rechtszekerheid
en van een gezonde! ontwikkeling van het bioscoopbedrijf te Rot
terdam aangedrongen op vaststelling van de in artikel 4 der Richt
lijnen bedoelde termijn.
Na ampele overweging kwam het Hoofdbestuur tot de conclusie,
dat de door de Afdeling geadviseerde expiratiedatum aanvaard
baar zou zijn; echter zou op korte termijn moeten worden vastge
steld welke leden van;hun prioriteitsrechten in Rotterdam gebruik
zouden maken om nieuwe bioscopen in die gemeente te gaan ex
ploiteren ter vervanging van de verwoeste theaters, alsmede de
plaats waar de nieuwe panden zouden verrijzen. Het Hoofdbestuur
achtte* deze gegevens onontbeerlijk zowel voor dit College zelf als
61