binnen veertien dagen na het tot stand komen door de verhuurder
bij het Bondsbureau zouden worden gedeponeerd.
Bovendien besloot het Hoofdbestuur om een definitieve wijziging
van de artikelen 10 en 12 van het Aanvullingsreglement Bonds-
voorwaarden voor te stellen.
De Bedrijfsafdeling Filmverhuurders had aangedrongen op het
schrappen van de woorden „exclusief toeslag voor variété" in
artikel 10, omdat deze bepaling na het opheffen van de prijsvoor-
schriften verouderd was. Het Hoofdbestuur deelde deze mening
en achtte het juist, dat in de weinige gevallen dat er nog variété
in bioscopen wordt gegeven, exploitant en filmverhuurder bij het
sluiten van een vertoningsovereenkomst tezamen uitmaken, of en
zo ja welke aftrek ter vergoeding, van de variétékosten bij de be
rekening van de filmhuur van de recette moet worden toegepast.
Een door de Afdeling Amsterdam op dit voorstel ingediend amen
dement, inhoudende toevoeging van de woorden „alsmede van
eventueel uit anderen hoofde door exploitant en verhuurder in
bijzondere gevallen overeen te komen aftrekposten", werd door
het Hoofdbestuur overgenomen en later enigszins gewijzigd door
de Ledenraad aanvaard.
Bij verzuim van de vertoningsverplichting was volgens artikel 12
de exploitant zonder meer gehouden tot (vergoeding van een
auteursprijs bepaald naar een opbrengst als van een uitverkocht
huis gedurende alle overeengekomen voorstellingen over het tijd
vak waarin de exploitant in gebreke is. In de practijk was gebleken,
dat rigoureuze handhaving van deze bepalingen in sommige ge
vallen tot onbillijkheden kon leiden. Door het voorstel om hier aan
toe te voegen de woorden „of zoveel minder als de Bondsarbitrage
billijk oordeelt" wordt aan de Bondsarbitrage de mogelijkheid ge
laten bij de vaststelling van de aan de filmverhuurder toekomende
vergoeding met de omstandigheden rekening te houden zonder dat
aan de betekenis van de bepaling afbreuk wordt gedaan.
Zowel het voorstel van het Hoofdbestuur tot vaststelling van
een Bedrijfsbesluit tot tijdelijke wijziging en aanvulling van het
Bedrijfsreglement ter zake ener Aanvulling van de Algemene Voor
waarden van Verhuur en Huur van Films, aangevuld met enige
amendementen, als het voorstel tot definitieve wijziging van de
artikelen 10 en 12 van laatstgenoemd reglement zijn door de Leden
raad in zijn op Dinsdag 3 November gehouden vergadering aan
vaard.
Aangezien aangenomen moest worden, dat zelfs al zouden de
deviezenvoorschriften ten dele worden ingetrokken, de omstandig
heden, die in 1952; geleid hadden tot verlenging van het Bedrijfs-
65