festival in het land, waar dit is gehouden, buiten ieder import- quotum om een onbeperkte commerciële verhuur krijgen met onbe perkte transfer naar het land van oorsprong van de filmhuren, welke aan de producenten uit de commerciële distributie toekomen. Niet-erkenning van een festival door de Federatie betekent, dat alle bij haar aangesloten landelijke producentenorganisaties iedere vorm van medewerking weigeren. Aangezien deze organisaties tezamen de gehele wereldproductie vertegenwoordigen, heeft de Federatie de mogelijkheid om een betere regeling van de inter nationale filmmanifestaties desnoods op krachtige wijze te bewerk stelligen. Aan de hand van het vorenstaande werden onder meer voor 1954 erkend als te behoren tot de categorie A (internationale fes tivals met het karakter van een competitie): Cannes en Venetië; tot de categorie B (internationale festivals, welke niet het karakter van een competitie hebben): Sao Paulo, Mar del Plata, Berlijn en San Sebastian; tot de categorie C (internationale festivals, welke zich beperken tot speciale films): Cortina d'Ampezzo, Monaco en Brussel en categorie D (nationale festivals): Punta del Este, Locar- no en Caïro. De Raad van Beheer van de Federatie heeft aan het einde van het verslagjaar de voornaamste punten vastgesteld van een memo randum in zake het auteursrecht van films, hetwelk de permanente commissie van de Berner Conventie de Federatie verzocht had te prepareren. In de loop van 1953 werden de Kamer van Filmindustrie van Pakistan en de Vereniging van Filmproducenten van Uruquay tot het lidmaatschap van de Federatie toegelaten, welke daardoor thans twintig landen omvat, die tezamen een wereldproductie van meer dan duizend hoofdfilms en duizenden korte films per jaar vertegenwoordigen. Japan werd in het verslagjaar als waarnemer toegelaten. De Nederlandsche Bioscoop-Bond was door zijn lidmaatschap van de Federatie vertegenwoordigd op de in Januari te Parijs op initiatief van--de Association Littéraire et Artistique gehouden stu diedagen voor filmauteursrecht; op de op 5 Mei te Florence en 14 Mei te Rome plaatsgevonden hebbende eerste contactbijeen komsten met de vertegenwoordigers van de Europese Radio Unie (Union Européenne de Radiodiffusion) betreffende de vraagstuk ken, welke samenhangen met het televiseren van films, en op de op 2 Juli te Parijs gehouden algemene vergadering van de Unesco, welke de Federatief formeel als adviserend instituut heeft erkend. De contacten van het Hoofdbestuur met buitenlandse bedrijfs organisaties werden op deze internationale bijeenkomsten verste vigd en ervaringen uitgewisseld. Inzonderheid werden met de 83

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 90