Ledenraad
IV" A de wijziging van artikel 25 van het Algemeen Bondsregle-
ment waarvan elders in dit verslag melding is gemaakt, is de
Ledenraad als volgt samengesteld: M. P. M. Vermin, voorzitter;
C. S. Roem, vice-voorzitter; C. J. Blad, S. Barnstijn, J. van Bentum,
G. J. Milius, J. E. F. de Nijs, C. M. Westland, C. van Willigen en
A. F. Wolff. leden-exploitanten; E. S. Alter, H. S. Boekman,
H. P. H. Juten, L. W. R. Meyer, L. Paerl. B. J. Schimmel, J.
Weening en J. de Wilde, leden-filmverhuurders; alsmede de heer
J. G; J. Bosman, secretaris.
De Ledenraad hield in het verslagjaar een vergadering en wel
op 3 November. In deze vergadering werd een complex van voor
stellen behandeld gericht op een aanpassing van de leveringsvoor
waarden aan de nieuwe mogelijkheden, welke zouden ontstaan
na de aangekondigde intrekking van enige voorschriften, waar
onder betalingscontingenten voor buitenlandse films beschikbaar
zijn gesteld. Voorts moest rekening worden gehouden met de
nieuwe ontwikkeling op het gebied van driedimensionale en pano
ramische films.
Tot dit complex behoorde een voorstel tot tijdelijke wijziging en
aanvulling van het Aanvullingsreglement Bondsvoorwaarden. In
hoofdzaak was dit voorstel er op gericht om toi 1 Januari 1955
enerzijds van de filmhuurmaxima vermeld in artikel 11 van het
Aanvullingsregement Bondsvoorwaarden uit te zonderen de drie
dimensionale en panoramische films en anderzijds om de verhuur
en huur op een redelijke sliding scale tot een maximum filmhuui
van 40 voor bijzondere films mogelijk te maken. Verder voorzag
het voorstel in een limitering van het aantal films, waarvoor de
filmverhuurder in 1954 een hogere filmhuur dan 32^ per pro
gramma exclusief journaals zou mogen bedingen.
Zowel op de considerans als op het voorstel zelf hadden de af
delingen talrijke amendementen ingediend, waarvan er verschil
lende werden geaccepteerd zonder dat de kern van het voorstel
werd aangetast. Aldus geamendeerd werd het nieuwe Bedrijfsbe-
sluit goedgekeurd.
Vervolgens werden op voorstel van het Hoofdbestuur gewijzigd
de artikelen 10 en 12 van het Aanvullingsreglement Bondsvoor
waarden. De eerste wijziging betrof het schrappen van de woorden
„exclusief toeslag voor variété" in de definitie van de .opbrengst
luidende: Onder „opbrengst" wordt in dit hoofdstuk verstaan het
totale bedrag der bruto-ontvangsten aan toegangsprijzen, exclusief
toeslag voor variété, onder aftrek van vermakelijkheidsbelasting
en omzetbelasting. Ingevolge een amendement van de Afdeling
Amsterdam werd echter besloten aan de gewijzigde definitie nog