periodieke controles op de juistheid en de volledigheid van de aan leden-filmverhuurders en Bondsbureau gedurende een tijdvak van doorgaans 12 maanden gedane recette-verantwoordingen; in 6 gevallen werd op verzoek van de betrokken filmverhuurkantoren controle uitgeoefend op de ontvangsten met een hunner films ge durende een bepaalde speelweek door een met name in de controle- opdracht genoemd theater, terwijl voorts een bijzonder onderzoek werd uitgevoerd met een van dé recette-controle afwijkend karak ter. Bij de periodieke controles werden voor 67 bioscopen een of meerdere foutieve recetteverantwoordingen geconstateerd als ge volg waarvan navorderingen van filmhuren en Bondsbijdragen plaats vonden tot gezamenlijke bedragen van respectievelijk f3.517,94 en f295,36; opzettelijk misleidende verantwoordingen werden echter in geen der gecontroleerde administraties aange troffen. Voor het eerst sedert 1948 vond geen veroordeling ter zake door het Hoofdbestuur plaats. Weliswaar moesten in 1953 aan enkele leden-exploitanten ad- ministratief-technische voorschriften worden verstrekt ter verho ging van de effectiviteit van toekomstige controles, doch de ge durende de laatste jaren bestendige tendenz van vervolmaking der recette-administraties van de bioscopen was niettemin ook in dit jaar aanwezig. Door de recette-controledienst werd ook in het verslagjaar we derom met enige gemeentebesturen contact opgenomen indien en voorzover de door haar in circulatie gebrachte entreebewijzen niet of niet ten volle beantwoordden aan de ter zake in het Reglement Recette-controle gestelde bepalingen, 89

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1953 | | pagina 96