voormalig lid-exploitant uit chicaneuze over wegingen zijn nietigheidsprocedures had ge voerd. Ten overstaan van de Raad motiveerde Hij dit nader door te stellen, dat deze proce dures, omdat zij de bedoeling hadden de be talingsplicht op te schorten, een onrechtmatige daad jegens hem hadden opgeleverd. De Com missie van Geschillen sprak uit, dat rente vergoeding bij het instellen van de hoofdvor dering had moeten worden gevraagd en wees de vordering af. De Raad van Beroep zag de vordering eveneens in de eerste plaats als een rentevordering en deelde te dezen aanzien het standpunt van de Commissie van Geschillen. Voorts oordeelde de Raad, dat geen bewijzen waren bijgebracht voor de bewering, dat de nietigheidsprocedures door het voormalig lid-exploitant uitsluitend waren aangespannen om het lid-filmverhuurder zolang mogelijk zijn gelden te onthouden. De Raad bevestigde daarop het vonnis van de Commissie van Ge schillen. Gemengde arbitrage In de samenstelling van de Gemengde Com missie van Geschillen kwam in dit verslagjaar enige verandering doordat de heer J. Smit door het Hoofdbestuur in overleg met het Bestuur der Nederlandsche Vereenicrins; van Bioscoopreclame-Exploitanten werd benoemd tot Voorzitter en de heer J. C. A. Meischke tot plaatsvervangend Voorzitter. De leden en plaatsvervangende leden der Commissie werden allen herbenoemd, zodat de volledige Commissie bestaat uit de heren: J. Smit, Amsterdam, Voorzitter; J. C. A. Meischke, Amsterdam, pl.v.v. Voorz.; J. E. F. de Nijs, Breda en M. Samson, Rotter dam, leden; L. J. M. Demmenie, Delft en A. F. Wolf f, Utrecht, pl.v.v. leden. Als Secretaris fungeerde de heer H. W. Ha- genberg. Daar er in het lopende verslagjaar geen ge schillen aanhangig werden gemaakt behoefde de Commissie niet bijeen te komen. Gemengde Raad van Beroep In de samenstelling van de Gemengde Raad van Beroep kwam door de benoemingen in December ook enige wijziging. Aangezien het steeds gewoonte is geweest dat de Voorzitter en de plaatsvervangend Voorzitter van de Raad van Beroep eveneens als Voorzitter en plaatsvervangend Voorzitter van de Gemengde Raad van Beroep fungeren, werd het voorzit terschap van dit laatste College door de ver anderingen in het voorzitterschap van de Raad van Beroep mede gewijzigd. Tevens werd van de zijde van de Nederlandsche Vereeniging van Bioscoopreclame-Exploitanten in de plaats van het plaatsvervangende lid de heer J. Duits benoemd de heer A. van Bloemendaal. De samenstelling van de Gemengde Raad van Beroep werd dientengevolge: R. Uges Jr., Rijswijk, Voorzitter; D. J. van Leen, Wassenaar, plaatsvervangend Voorzit ter; P. J. Burbach, Amsterdam, C. H. de Lange, Alkmaar, B. W. G. van Royen, Am sterdam en L. M. van Swieten de Blom, 's-Gra- venhage, leden; A. van Bloemendaal, Gronin gen, M. Desmet, Eindhoven, W. A. Grollen- berg, Amsterdam en Joh. Miedema, Sneek, plaatsvervangende leden; en J. G. J. Bosman, Secretaris. In het verslagjaar werden bij de Gemengde Raad van Beroep geen beroepzaken aanhan gig gemaakt. 25

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 26