ting Filmweek Arnhem benoemde het Hoofd
bestuur een selectiecommissie die de zeer be
langrijke en veelomvattende taak kreeg toe
bedeeld een keuze te verrichten uit de aange
boden films. Deze commissie werd als volgt
samengesteld: J. G. J. Bosman, Directeur van
het Bureau van de Nederlandsche Bioscoop-
Bond, A. van Domburg, filmcriticus, W. K. G.
van Royen, Penningmeester van het Hoofd
bestuur van de Nederlandsche Bioscoop-Bond,
en J. Weening, Voorzitter van de Bedrijfsaf
deling Filmverhuurders en Vice-Voorzitter
van het Hoofdbestuur van de Bond. Als secre
taris der commissie zou fungeren Mr. J.
den Daas.
De Filmweek Arnhem 1955 werd op Maandag
middag 27 Juni officieel ingeleid met een in
drukwekkende herdenking van het zestigjarig
bestaan der cinematografie in het Rembrandt
Theater. Na het openingswoord van de Burge
meester van Arnhem, de heer Ch. G. Matser,
werden toespraken gehouden door Mr. H. J.
Reinink, Secretaris-Generaal van het Departe
ment van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen, door de heer M. P. M. Vermin, Voorzitter
van het Hoofdbestuur van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond, alsmede door de Franse regis
seur, de heer Yves Allégret. De zitting, die
door vele binnenlandse en buitenlandse geno
digden werd bijgewoond, werd besloten met
de vertoning van een Franse filmpremière.
Een belangwekkende gebeurtenis vormde op
28 Juni het gespreksforum tussen vertegen
woordigers van de pers, in hoofdzaak film
critici, en van het filmbedrijf, hetwelk aan
sluitend op de in de ochtenduren gehouden
slotzitting van de algemene ledenvergadering
van de Bond des middags in het fraaie Huis
der Provincie plaats vond. Dit forum heeft er
ongetwijfeld toe bijgedragen, dat bij bedrijf en
pers een beter begrip van elkanders taak is
ontstaan, hetgeen slechts de onderlinge ver
standhouding ten goede kan komen.
De openluchtvoorstellingen welke onder lei
ding van de technische staf van het Bonds
bureau tot stand kwamen zijn door de kwali
teit van het gebodene en de uitnemende tech
nische verzorging een bijzonder succes gewor
den. Zij zijn vooral van betekenis, omdat de
Arnhemse bevolking daardoor gelegenheid
kreeg aan de filmweek deel te nemen, en zij
hebben dientengevolge een grote mate van
goodwill voor de film gekweekt.
Vermelding verdienen voorts de congressen en
vergaderingen van het Instituut Film en Jeugd,
het Nederlands Filminstituut, de Centrale
Commissie voor de Filmkeuring en de Neder
landse Federatie van Filmkringen, welke te
zamen met de door het Nederlands Filminsti
tuut en het Nederlands Filmmuseum georga
niseerde filmtentoonstelling het accent heb
ben gelegd op de grote culturele en sociale
betekenis van film en bioscoop. In dit opzicht
waren van niet minder belang de speciale
filmvoorstellingen die gedurende de gehele
filmweek zijn gegeven en welke een waardig
beeld boden van de hedendaagse prestaties
der grote filmproducerende landen. Het is een
verheugend verschijnsel, dat een belangrijke
plaats kon worden ingeruimd aan in Neder
land gedurende de laatste twee jaar vervaar
digde korte films. Zelfs stond de slotavond op
2 Juli, welke de afsluiting vormde van een
reeks van imponerende manifestaties op film-
gebied, geheel in het teken van de Nederlandse
filmproductie. Op deze avond werden tevens
de prijzen uitgereikt welke het Ministerie van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen be
schikbaar had gesteld voor de makers van
korte Nederlandse films.
De Filmweek Arnhem 1955, welke een succes
vol verloop heeft gehad en aan de verwachtin
gen van de initiatiefnemers ten volle heeft be
antwoord, heeft aangetoond, dat het mogelijk
is gebleken in ons land een filmmanifestatie
van nationale betekenis te organiseren. Het
stemt tot voldoening, dat de Nederlandsche
Bioscoop-Bond, mede als gevolg van de enor
me hoeveelheid werk die alle betrokkenen in
korte tijd hebben verricht, een groot aandeel
in het welslagen van deze filmweek heeft
gehad.
Buwna
Met het oog op de expiratie van de tussen de
Nederlandsche Bioscoop-Bond en het Bureau
voor Muziekauteursrecht Buma getroffen re
geling knoopte het Hoofdbestuur onderhande
lingen aan met Buma teneinde een verlaging
te bewerkstelligen van het tarief dat voor liet
verkrijgen van toestemming van Buma om
muziek in bioscopen door middel van films
ten gehore te brengen moet worden betaald.
Deze onderhandelingen leidden tenslotte tot
een alleszins gunstig resultaat. Buma stemde
namelijk in met een verzachting van het tarief,
hetgeen uiteraard inhield, dat ook de bijdra-
38