een korte speelfilm kon in der minne worden geschikt. De Bondsdirecteur vertegenwoordigde liet Hoofdbestuur in de Televisiecommissie, zijnde een door de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, op 12 November 1954 inge stelde subcommissie van de Voorlichtingsraad. lied rijfseom missie voor het Film- en Bioscoopbedrijf In de samenstelling van de Bedrijfscommissie voor het Film- en Bioscoopbedrijf, ingesteld bij verordening van de Sociaal-Economische Raad d.d. 14 Mei 1954, kwam voor wat betreft de door het Hoofdbestuur aangewezen verte genwoordigers van de Nederlandsche Bios coop-Bond in het verslagjaar geen verande ring. Wel hadden enige mutaties plaats in de vertegenwoordigingen van de daartoe aange wezen representatieve werknemersorganisa ties. Aan het eind van het verslagjaar hadden de volgende personen in de commissie zitting: voor de Nederlandsche Bioscoop-Bond, als leden: de heren J. G. J. Bosman, W. F. Dub- beldeman, C. S. Roem en W. K. G. van Royen, en als plaatsvervangende leden: de heren M. Desmet, Joh. Miedema, J. L. Paerl en E. J. Verschueren; voor de Algemene Bedrijfsbond van Kunste naars en Werknemers in de Film-, Theater- en Amusementsbedrij ven, als leden: de heren D. van der Meulen en H. J. Zwart, en als plaats vervangende leden: de heren J. van der Hilst en F. A. A. Rosenveldt; voor de Nederlandse R.K. Bond van Hotel-, Café- en Restaurantgeëmployeerden „St. An- tonius", als leden: de heren J. F. van Bijster- veld en A. A. Kuys, en als plaatsvervangende leden: de heren H. A. Fluyter en J. J. van der Veer. De Bedrijfscommissie benoemde de heren W. K. G. van Royen en J. F. van Bijsterveld res pectievelijk tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter, met dien verstande, dat zij perio diek van functie zullen wisselen. Tot secreta ris werd benoemd de heer D. van der Meulen, die in zijn taak zal worden bijgestaan door een adjunct-secretaris. In deze functie werd be noemd de heer J. Th. van Taalingen. Door middel van een circulaire, gericht aan de directies van de ondernemingen in het Neder landse film- en bioscoopbedrijf, heeft de Be drijfscommissie gewezen op de wettelijke ver plichting van de hoofden of bestuurders der ondernemingen om ondernemingsraden in te stellen in de ondernemingen waarin vijf en twintig of meer kiesgerechtigde werknemers werkzaam zijn. Onder kiesgerechtigde werk nemers worden in dit verband verstaan de werknemers die de leeftijd van eenentwintig jaar hebben bereikt en gedurende tenminste een jaar onafgebroken in de onderneming werkzaam zijn geweest. Teneinde de nodige gegevens te verkrijgen omtrent de samenstel ling van het personeel in de onderhavige on dernemingen stelde de Bedrijfscommissie een enquête in onder de vorenbedoelde directies. Aan de hand van de opgaven zal zij nadere aanwijzingen verstrekken, opdat spoedig aan de verplichting tot instelling van onderne mingsraden zal zijn voldaan. Toepassing cadeaustelsel Tijdens het verslagjaar werden pogingen in het werk gesteld om het film- en bioscoop bedrijf in te schakelen bij een verkoop systeem, volgens hetwelk het publiek bij het doen van inkopen in bepaalde middenstands- zaken waardebonnen zou ontvangen, waarvan liet een zeker aantal zou moeten bezitten om in aanmerking te komen voor gratis bioscoop bezoek. Hoewel van het bedrijf geen direct financieel offer werd gevraagd, kwam het liet Hoofdbestuur nochtans ongewenst voor, dat het bioscoopkaartje dienst zou doen als cadeau-artikel, aangezien zulks nu eenmaal niet in overeenstemming is met de standing van liet bedrijf en de functie van de film als cultuurverschijnsel. Bovendien zou het aan het reclameplan inhaerent zijnde spaarsysteem het bioscoopbezoek, dat zich immers kenmerkt door zijn frequentie, eerder beperken dan sti muleren. Gezien de omstandigheid, dat het bedoelde project of welk ander plan van soort gelijke strekking ook strijdig werd geacht met de algemene belangen en de waardigheid van het Nederlandse film- en bioscoopbedrijf, heeft het Hoofdbestuur de leden dringend verzocht hieraan geen medewerking te ver lenen. Behandeling van Filmcopieën Blijkens ingekomen klachten kwam het steeds meer voor, dat start- en eindstukken van film copieën zoekraakten, doordat operateurs de 40

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 41