omdat zijn technische voorziening door de ont wikkeling in het buitenland wordt bepaald en uit dien hoofde gedeeltelijk en wat de pro grammering aangaat bijna geheel op de bui tenlandse markt is aangewezen. Tussen deze omstandigheid en de krappe mogelijkheden welke ons bedrijf hier heeft, is een zodanige discrepantie ontstaan, dat velen van onze le den, die hun zaken op peil trachten te houden aan den lijve ervaren, dat de zogenaamde hoog conjunctuur zich zeker aan ons bedrijf niet manifesteert, ongeacht de vraag in het alge meen of het conjunctuurvraagstuk niet méér van politieke dan van economische orde is. Het aantal bezoekers steeg in het afgelopen jaar met een millioen, dat is met anderhalf procent tegen twee procent in het jaar tevoren. Deze toeneming wijst op een normale ontwik keling, op zichzelf verheugend, maar onvol doende, vooral wanneer men in aanmerking neemt, dat de teruggang welke steden als Am sterdam en Den Haag te boeken hadden, daar in is verdisconteerd en het bioscoopbezoek in ons land nog altijd ten achter is bij dat in het buitenland. Wanneer we de indexcijfers van de consump tieve uitgaven van de bevolking nagaan, dan valt hieruit op te maken, dat de stijging van de bruto-bioscooprecettes ongeveer gelijke tred houdt met de stijging van de totale consumptie. Moesten we het vorig jaar constateren, dat vele bouwplannen en restauraties vertraging onder vonden, omdat niet voldoende voorzien werd in de credietbehoefte, ontstaan door te geringe mogelijkheden voor interne financiering bij vele ondernemingen, thans kan practsich geen enkel nieuw bouwplan in ons bedrijf meer ver wezenlijkt worden, omdat de betrokken Mi nister de bestaande mogelijkheden om zonder zijn speciale vergunning bouwwerken uit te voeren, drastisch heeft beperkt. Deze beper king betekent welhaast de stopzetting van de bouw van nieuwe en van het verbouwen van bestaande bioscopen. Zoals wij in de loop van het jaar reeds opmerkten is deze maatregel fnuikend voor de normale ontwikkeling van ons bedrijf. Zij miskent bovendien de functie van ons bedrijf. De snelgroeiende bevolking, de toenemende industrialisatie en het ontstaan van nieuwe bevolkingscentra doen de behoefte aan nieuwe ontspanningsgelegenheden, met name ook aan bioscopen, sterk gevoelen. Niet alleen ons bedrijf is door de ministeriële maat regelen ernstig gedupeerd, maar ook de bevol king. Bovendien wordt op deze wijze de achter stand, welke ons land ten opzichte van het buitenland op het gebied van het bioscoop wezen heeft, nog eens ernstig vergroot. Wij tornen niet aan het beleid van de Minister inzake de woningbouw, maar menen evenzeer recht te hebben op indeling in de 20 c/o van het voor 1956 beschikbare volumen voor nijver heid, handel, verkeer, radio, televisie enz., als de concurrerende ontspanningsmedia. Een ernstige teleurstelling in het afgelopen jaar was ook de omstandigheid, dat een aantal gemeenten nog niet over ging tot een billijke herziening van de bioscoopbelasting, waardoor het vraagstuk in kwestie, dat het vorige jaar zijn oplossing scheen te naderen andermaal slepend blijft en opnieuw een conflictssfeer oproept, die niet bevorderlijk is voor de be trekkingen tussen onze leden-exploitanten en de plaatselijke overheden en nog minder voor de goede gang van zaken in ons bedrijf. Tenslotte mag met voldoening worden geme moreerd de eclatante viering van het zestig jarig bestaan der cinematografie met de film- week Arnhem, mogelijk geworden dank zij de voortreffelijke samenwerking van Bond, Rijk, gemeente, bedrijf en instellingen op filmge- bied, alsook door de gewaardeerde belangstel ling van de pers.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 5