Met de uitvoering dezer controles werd de zekerheid verkregen, dat de tegen afgifte van geldige entreebewijzen gemaakte recettes vol ledig werden verantwoord aan de gezamen lijke deelgerechtigden, hetgeen voor dezen een uiteraard zeer betekenisvolle waarborg in houdt. In 47 (66) recette-administraties wer den foutieve berekeningen van velerlei aard geconstateerd, waaruit weliswaar naheffingen van filmhuren en Bondsbijdragen voortvloei den tot gezamenlijke bedragen van respec tievelijk ƒ4.930,36 (ƒ6.197,20) en ƒ325,72 567,08) doch welke alle in zodanige mate het kenmerk van abuizen droegen, dat opzet tot benadeling niet aanwezig kon worden ge acht; diverse malen, onder meer bij gevallen die tot naheffingen leidden, werden overigens ook fouten aangetroffen welke in eerste in stantie tot te hoge afdrachten aan de belang hebbende kantoren aanleiding hadden ge geven. Deze controleresultaten bevestigden ander maal, dat een rechtvaardiging van de controle- kosten in hoofdzaak is gelegen in uit de werk zaamheden van de dienst voortvloeiende pre ventie tot het verantwoorden van alle voor de administratieve onderzoeken van de dienst vatbare recettes. Het door de assistenten van de dienst onder houden contact tussen Bondsbureau en leden exploitanten vice-versa werkte in voorkomen de gevallen een vlotte afdoening van zaken zeer in de hand, terwijl door de controleurs meer dan incidenteel aan de exploitanten een verhelderende toelichting kon worden gege ven op inhoud of strekking van bepaalde ad ministratieve mededelingen van het Bonds bureau. 54

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 55