films en reclamemateriaal in den vervolge eerst ge
keurd zouden kunnen worden, nadat de keuring van de
desbetreffende hoofdfilm had plaatsgevonden. Hoewel
er ongetwijfeld uit een oogpunt van keuringstechniek
wel goede redenen voor dit besluit zullen zijn, onder
vinden de filmverhuurders daarvan in de practijk moei
lijkheden. Getracht zal worden hierin verbetering te
brengen.
Een ander besluit van de Filmkeuring had betrekking
op de eis, dat de filmverhuurder ten minste over één
getitelde copie van een film moet beschikken, voordat
keuring daarvan kan worden aangevraagd. Er was na
melijk gebleken, dat herhaaldelijk keuringen van films
moesten worden uitgesteld, omdat de copieën niet op
tijd beschikbaar waren.
Overigens heeft dit alles niets afgedaan aan de goede
verstandhouding tussen de leiding van de Centrale
Commissie en het filmverhuurbedrijf.
In het vorig jaarverslag is melding gemaakt van een
onderzoek, dat een zelfstandig verzekeringsexpert voor
eigen rekening bij de Afdelingsleden heeft ingesteld
naar de mogelijkheden van het afsluiten van een pen
sioenverzekering. Het rapport van deze expert bleek
echter niet aan de verwachtingen te beantwoorden. Het
bevatte namelijk niet een uiteenzetting van de mogelijk
heden en het gaf geen algemeen overzicht van de situa
tie, doch het bestond hoofdzakelijk uit een aantal per
lid uitgewerkte offertes.
Het Bestuur zag zich dan ook genoodzaakt aan de ver
zekeringsexpert te berichten, dat het op deze offertes
niet kon ingaan. De expert heeft daarop aanvankelijk
een nieuw rapport in het vooruitzicht gesteld, maar
daaraan waren weer bepaalde moeilijkheden verbonden.
Inmiddels heeft de Studiecommissie voor de pensioenen,
ingesteld door het Hoofdbestuur, de aangelegenheid van
het bedrijfspensioen met krocht ter hand genomen,
zoals uit het Bondsverslag blijkt, zodat er aan een af
zonderlijke regeling voor de leden van de Bedrijfs
afdeling geen behoefte meer bestaat.
Een mdere bespreking tussen het Bestuur van de Be
drijfsafdeling Filmverhuurders en het Bestuur van
de Afdeling Filmfabrikanten en Filmproducenten heeft
tot overeenstemming geleid over het ontwerp van alge
mene voorwaarden voor het uitvoeren van opdrachten
in zake het bewerken van films.
Als uitvloeisel hiervan heeft het Hoofdbestuur een
daarop betrekking hebbend voorstel bij de Ledenraad
aanhangig gemaakt. In de Afdelingsvergadering van 30
December heeft dit voorstel de instemming van de
leden-filmverhuurders gekregen zij het, dat men op één
punt een redactiewijziging gewenst achtte. De behan
deling in de Ledenraad heeft eerst in 1956 plaats
gevonden.
Het initiatief van het Hoofdbestuur om in Arnhem een
speciale filmweek te organiseren, had de volle instem
ming van de filmverhuurders. Het Bestuur heeft hier
aan dan ook veel aandacht en tiid besteed en verschil
lende malen met de leden individueel daarover bespre
kingen gevoerd, ten einde de medewerking van de
daarvoor in aanmerking komene leden aan de Filmweek
Arnhem te verzekeren.
Voor het overige moge te dezer zake verwezen worden
naar het Bondsverslag.
De Afdelingsveraadering van 5 December heeft haar
goedkeuring gehecht aan het Bestuursontwerp om wij
ziging aan te brengen in het Bedrijfsreglement op het
Naamregister. In hoofdzaak komt deze wijziging hierop
neer, dat ten aanzien van hoofdfilms een verplichte
registratie van filmtitels wordt voorgeschreven; de nor
men voor het inschrijven van titels werden iets ver
ruimd en het recht om van de ingeschreven naam in
advertenties voor films met andere namen gebruik te
maken werd beschermd. Dit ontwerp is aan het Hoofd
bestuur toegezonden met verzoek een desbetreffend
voorstel bij de Ledenraad aanhangig te maken.
De Katholieke Filmcentrale heeft in het verslagjaar
425 (in 1954: 412) hoofdfilms gekeurd. In 122 (86)
gevallen is de K.F.C, afgeweken van de uitslag der
Bijkskeuring, dat wil zeggen, dat in 103 gevallen de
films in een hogere leeftijdsklasse werden ingedeeld en
dat de films in 19 gevallen ontoelaatbaar werden ver
klaard. Bij deze laatste categorie waren er 3 films, die
de Bijkskeuring voor personen van iedere leeftijd toe
laatbaar had verklaard.
Opnieuw bewijzen deze gegevens, dat de nakeuring een
volkomen verouderd instituut is. Het bestaat trouwens
in geen enkel ander beschaafd land. Hoe verouderd de
nakeuring is, wordt het beste gedemonstreerd met de
televisie-uitzending van films. In de grensstreken kan
het publiek buitenlandse uitzendingen opvangen van
films, die de nakeuring en zelfs de Bijksfilmkeuring
niet gepasseerd zijn.
De aangelesenheid van het verpakkingsmateriaal van
zendinsren films had opnieuw de aandacht van het Be
stuur. Het Bestuur steunde namelijk het denkbeeld van
de Technische Commissie om voor het verzenden van
films gebruik te maken van uniforme verzendkistjes
met daarin passende filmdozen, voorzien van een vaste
kern. Deze kistjes en dozen zouden van een speciaal
soort fiber vervaardigd moeten worden. Aan het Hoofd
bestuur is verzocht dit denkbeeld in studie te nemen.
Ook de aangelegenheid van het normaliseren van de
filmrollen tot een lengte van 600 meter had de volle
aandacht van het Bestuur. Het zoekraken van start- en
eindstukken van films had namelijk dergelijke vormen
aangenomen, dat de mogelijkheid niet is uitgesloten,
dat zeer ingrijpende maatregelen overwogen moeten
worden.
Niet alleen worden de filmverhuurders hierdoor node
loos op kosten gejaagd, maar bovendien hebben de
kostbare copieën daarvan veel te lijden. Daaraan zou
radicaal een eind gemaakt kunnen worden door een
voorschrift, dat alle filmrollen op een lengte van 600
meter worden genormaliseerd en dat ook in de bios
copen slechts met rollen van 600 meter gewerkt zou
worden. De start- en eindstukken kunnen dan steeds
aan de films blijven zitten.
Welk standpunt het Hoofdbestuur ten opzichte van dit
denkbeeld inneemt, is nog niet bekend.
In het verslagjaar zijn vier ledenvergaderingen en tien
Bestuursvergaderingen gehouden.
Het ziet er niet naar uit, dat er voorlopig een eind zal
komen aan het ontwikkelen van nieuwe breedteforma
ten voor films. Het aantal nieuwe systemen, dat bij de
productie van films wordt toegepast of waarvan de toe
passing reeds is aangekondigd, is legio. Het is de vraag
of deze technische complicaties en de daarmede voor
de filmverhuurders gepaard gaande extra kosten in een
60