Hoofdbestuur over reeds in dit verslag gememoreerde
aangelegenheden. Bovendien heeft het Afdelingsbestuur
ter vergadering ontvangen het Bestuur van de Neder
landse Beroepsvereniging van Filmers voor een gedach-
tenwisseling onder meer over problemen, die zowel de
onafhankelijke filmers als hun medewerkers betreffen,
alsmede de afbakening van het terrein der werkzaam
heden van beide organisaties, welke besprekingen naar
wederzijdse tevredenheid zijn verlopen. Met deze actieve
vereniging onderhoudt de Afdeling een uitstekende
relatie.
Door het Afdelingsbestuur werd vijfmaal een advies
uitgebracht aan de Commissie Nieuwe Zaken, terwijl
eenmaal tegen een beslissing beroep werd aangetekend
bij de Commissie Beroep Nieuwe Zaken. Tot het lid
maatschap traden toe:
de Filmproductie Maatschappij „Amsterdam" N.V., als
exploitante van de bedrijfstakken a (de productie van
speelfilms) en e (de productie van films niet vallende
onder a, b, c of d) van een filmproductiezaak;
de heer L. van Gasteren te Amsterdam, als exploitant
van de bedrijfstak e van een filmproductiezaak;
de heer O. van Neijenhoff te 's-Gravenhage, als exploi
tant van de bedrijfstak e van een filmproductiezaak;
de heer C. Huguenot van der Linden te Amsterdam,
als exploitant van de bedrijfstak e van een filmpro-
duktiezaak.
Onderscheiden leden der Afdeling hadden in 1955 zit
ting in de volgende colleges: Raad van Beroep, de
heren C. S. Roem, Voorzitter en E. J. Verschueren, lid
Gemengde Raad van Beroep, de heer C. S. Roem,
Voorzitter; Commissie van Geschillen, de heer L. W.
R. Meyer en C. van der Wilden, leden; Commissie Be
roep Nieuwe Zaken, de heren L. W. R. Meyer en C. S.
RoemCommissie Nieuwe Zaken, de heer H. P. H. Juten
Gemengde Televisiecommissie van de Nederlandsche
Bioscoop-Bond en de Nederlandse Televisie Stichting,
de heer C. S. Roem; Commissie voor Niet-Commerciële
Reclame, de heer L. W. R. Meyer. Laatstgenoemde heer
werd door het Afdelingsbestuur overeenkomstig een
verzoek van het Genootschap voor Reclame aangewezen
om zitting te nemen in de Prijsvraagcommissie welke
werd ingesteld voor het toekennen van jaarprijzen voor
de beste Nederlandse reclamefilms van 1955.
In het voorjaar 1955 werd de in de Cinetone Studio's
te Amsterdam opgenomen speelfilm „Het Wonderlijke
Leven van Willem Parel", een productie van Joop
Geesink, voltooid.
De tweede speelfilm, welke in het verslagjaar in de
Cinetone Studio's gereed kwam, geregisseerd door
Wolfgang Staudte, was „Ciske de Rat" van de Film
productie Maatschappij „Amsterdam" N.V. onder direc
tie van de heer H. S. Boekman. Deze film was de eerste
Nederlandse speelfilm welke op de Biënnale te Venetië
werd onderscheiden en een eervolle vermelding ont
ving van het Office Catholique International du Ciné
ma. Van deze film werd in de Cinetone Studio's even
eens een Duitse versie vervaardigd.
Films van onze leden namen gedurende het verslagjaar-
wederom deel aan verschillende festivals en manifesta
ties van andere aard, onder meer aan het Internationale
Filmfestival van Cannes, de Biënnale te Venetië, het
Festival van Edinburgh, het Festival van Berlijn, de
Fiera di Milano, het Golden Reel Film Festival te New
York, het Internationale Festival voor Commerciële
Films te Monte Carlo en niet op de laatste plaats aan
de Filmweek Arnhem. Zoals in het hoofdstuk „Ne
derlandse filmindustrie" van het jaaroverzicht van de
Nederlandse Bioscoop-Bond wordt vermeld, wisten
films van onze leden verschillende malen belangrijke
onderscheidingen te verwerven.
Uit de aan dit verslag gehechte lijst van de titels van de
belangrijkste films, welke door onze leden in de loop
van 1955 vervaardigd werden, blijkt, dat de productie
van korte films voor onderscheiden doeleinden nog
steeds stijgende is en dat inzonderheid ook het buiten
land blijk geeft van zijn waardering voor het vakman
schap van onze filmers door het verstrekken van tal
van opdrachten.
De journaalfilmindustrie en ook de toenemende pro
ductie van losse actualiteiten handhaafde in 1955 haar
goede reputatie. Door uitwisseling van Nederlandse actu
aliteiten voor buitenlandse filmjournaals en televisie
journaals raakt een steeds groter buitenlands publiek
vertrouwd met belangrijke gebeurtenissen in ons land
en met onze zeden en gewoonten.
De geleidelijke stijging in de productie van films van
verschillende aard was voor de Nederlandse filmlabora-
toria dubbel welkom, aangezien het copiëerwerk voor
hier te lande geïmporteerd belicht buitenlands mate
riaal de laatste zes jaren bijna onafgebroken is terug
gelopen. Dit houdt verband met de overgang van de
zwart/wit naar de kleurenfilm. Er valt daarom de laatste
jaren een geleidelijke toeneming van geïmporteerde
copieën waarvan een steeds groter deel kleuren-
copieën waar te nemen, hetgeen meer betitelings
opdrachten betekent voor die laboratoria, welke daarin
gespecialiseerd zijn. Door de N.V. Polygoon werd haar
reeds in 1954 opgerichte kleurenfilmlaboratorium ge
durende het verslagjaar belangrijk uitgebreid.
Zoals reeds in de aanvang van dit jaarover
zicht opgemerkt, is in het verslagjaar gebleken, dat de
belangstelling voor de Nederlandse filmproductie en
de met haar samenhangende problemen zowel in als
buiten bedrijfskringen groeit. Ongetwijfeld is dit mede
te danken aan de activiteit, welke de leden door middel
van hun Afdeling ontwikkeld hebben. Inzonderheid het
feit, dat zij deze Afdeling langzamerhand als een cen
traal punt zijn gaan zien voor de behartiging van hun
gemeenschappelijke belangen, mag tot verheugenis
stemmen, evenals hun groeiend besef dat in het Afde-
lingsleven de ledenvergadering een souvereine plaats
inneemt en een bij uitstek geschikt forum vormt voor
een openlijke en vruchtbare gedachtenwisseling over
moeilijke vraagstukken.
Moge ik dit verslag besluiten met de aansporing tot
de leden alle medewerking en steun te verlenen aan de
voorbereiding en uitvoering van practische plannen ter
bevordering van de continuïteit in de speelfilmproductie
en de ledenvergadering door hun persoonlijk deelnemen
steeds meer te maken tot een brandpunt van het orga
nisatorische leven van de Nederlandse filmindustrie.
66