b. 3 voor programma's met Nederlandse films, die
geen hoofdfilms, actualiteiten- of reclamefilms zijn,
van ten minste 250 meter, welke reductie niet van
toepasing is voor programma's, belast met 10 of 15%
c. V/2% voor bioscoopvoorstellingen, waarin tevens
een variétéprogramma wordt gegeven, alsmede mu
ziek ten gehore wordt gebracht door een orkest,
waarvan het aantal leden niet minder bedraagt dan
het 1/150 gedeelte van het naar beneden tot een
aantal van honderd afgerond aantal der voor de be
zoekers bestemde zitplaatsen, welke reductie echter
niet van toepassing is bij voorstellingen, waarvoor
belasting is geheven naar het 10 tarief (voor een
Nederlandse hoofdfilm).
Naar de mening van het Bestuur was de wijze van toe
passing der reductie als bedoeld sub b niet geheel in
overeenstemming met de bedoeling van de indieners
van het amendement. Aangezien evenwel niet voldoende
in het amendement tot uitdrukking was gebracht, dat
de reductie sub b voor alle programma's was bedoeld,
had het Bestuur er zich bij neer te leggen, dat de uit
voerende organen van de gemeente er de voor ons
minder gunstige uitlegging aan gaven.
In de laatstgenoemde circulaire van het Bondsbureau
werd voorts medegedeeld aan welke voorwaarden zou
moeten worden voldaan om de reducties, die per kalen
derkwartaal worden gegeven, te verkrijgen en een toe
lichting gegeven ten aanzien van de te gebruiken
entreebewijzen, het ten gehore brengen van afzonder
lijke muziek bij zogenaamde artikel 1 programma's en
de voorwaarden, waarop het 10 tarief, alsmede de
reductie van 3, 10 en l1^ tijdens de overgangsperiode
vanaf 1 Januari tot de Koninklijke goedkeuring zouden
k"nnen worden verworven.
Tijdens een van de ledenvergaderingen werden later in
het jaar door enkele leden bezwaren van praktische
aard geuit tegen het voorschrift van de gemeentelijke
belastingdienst om ingeval van aanvragen voor de be
lastingreductie van 10 voor programma's met uitslui
tend artikel-1 gekeurde films, de keurinorskaarten der
tot die programma's behorende iournaalfilms op Vrij
dag voor de aanvang der voorstellingen ten kantore van
de belastingen in te leveren.
Naar aanleiding hiervan stelde de Voorzitter der Afde
ling zich in verbinding met de directeur van de gemeen-
teliike belastingdienst Mr. W. S. C. Deyll, en wist hij
te bereiken, dat er in het vervolg genoegen mede zou
worden genomen, dat deze journaal-keuringskaarten op
de Zaterdagochtend van de desbetreffende vertonings-
week vóór 12.00 uur 's middags op het belastingkantoor
worden overgelegd.
De door de heer Mr. P. A. Meerburg eind 1954 bij de
Commissie Nieuwe Zaken ingediende tweede aanvrage
om toestemming tot het gaan exploiteren van een
bioscoop in een daartoe te verbouwen gedeelte van Bel-
levue aan de Marnixstraat, werd door de Commissie
Nieuwe Zaken in het jaar 1955 behandeld. Requestrant
had deze aanvrage gebaseerd op een verbeterd gevel-
plan ter tegemoetkoming aan de door de Commissie
Beroep Nieuwe Zaken in haar beslissing kenbaar ge
maakte bezwaren, op grond waarvan de eerste aanvrage
in hoger beroep werd afgewezen door vernietiging van
de door de Commissie Nieuwe Zaken verleende toe
stemming.
Bij de behandeling van het tweede verzoek adviseerde
het Bestuur de Commissie Nieuwe Zaken de aanvrage
niet opnieuw in behandeling te nemen, omdat de aan
gebrachte veranderingen een hernieuwde behandeling
op grond van gewijzigde omstandigheden niet rechtvaar
digden. De Beroepcommissie had namelijk het gehele
object afgekeurd, weshalve het volgens het Bestuur niet
ging om de vervulling van een voorwaarde of techni
sche eis.
De Commissie deelde de mening van het Bestuur niet.
Zij sprak uit, dat zij bevoegd was tot het behandelen
van deze tweede aanvrage en dat naar haar mening het
plan volledig aan de bezwaren van de Beroepcommissie
tegemoetkwam.
Opnieuw ging het Bestuur in beroep bij de Commissie
Beroep Nieuwe Zaken. Het standpunt van het Bestuur
werd in de zitting van 7 Anril mondeling toegelicht
door de Voorzitter, de heer W. K. G. van Boyen,
De Commissie Beroep Nieuwe Zaken sprak als haar
oordeel uit, dat aan de bezwaren, welke tegen de oor
spronkelijke aanvrage bestonden, door de gewijzigde
plannen in zoverre tegemoet was gekomen, dat de aan
vrage thans wel voldeed aan de norm van artikel 10 A f
van het Algemeen Bedrijfsreglement en dus het beroep
van het Bestuur moest worden verwornen met bevesti
ging van de beslissing der Commissie Nieuwe Zaken.
Kort voordat de Beroepcommissie op vorenvermeld
verzoek een beslissing nam, werd door de Commissie
Nieuwe Zaken behandeld een aanvrage van de NV.
Maatschappij voor Cinegrafie om aan de NV. Leidse-
plein Theater i.o. toestemming tot het exploiteren van
een permanente bioscoop in het daarvoor te verbouwen
Leidseplein Theater te verlenen. Ook in dit geval werd
het standpunt van het Bestuur door de Voorzitter dei-
Afdeling in de zitting van de Commissie op 31 Maart
kenbaar gemaakt. Het Bestuur was van oordeel, dat deze
bioscoop in velerlei opzicht niet zou kunnen voldoen
aan de eisen, welke aan een nieuwe moderne bioscoop
aan het Leidseplein behoorden te worden gesteld. Het
adviseerde derhalve de gevraagde toestemming te wei
geren. Het standpunt van het Bestuur werd in grote
trekken door de Commissie Nieuwe Zaken gedeeld,
weshalve zij afwijzend beschikte op dit verzoek.
Aanvraagster ging hiertegen in beroep en diende daarbij
in een omgewerkt verbouwingsplan. De Beroepcom
missie oordeelde, dat de wijzigingen zo ingrijpend wa
ren, d^t niet meer van een normaal beroep kon worden
gesproken. Zij adviseerde de aanvraagster haar beroep
in te t'-ekken en met haar nieuwe plan een tweede aan
vrage bij de Commissie Nieuwe Zaken in te dienen.
Aanvraagster volgde dit advies op, maar werd intussen
gedupeerd door de bouwstop, die op 28 Juli werd uit
gevaardigd bij besluit van de Minister van Wederop
bouw en Volkshuisvesting, welk besluit praktisch een
bouw- en verbouwingsverbod voor bioscoopobjecten bo
ven de 10.000,betekende. Aangezien aanvraagster er
niet in slaagde de vereiste bouwvergunning voor haar
tweede plan over te leggen, kon de Commissie Nieuwe
Zaken de nieuwe aanvraag in het verslagjaar niet in
behandeling nemen.
Van 15 tot 28 Februari werd in de Galerij door de
Stichting Nederlands Filminstituut een tentoonstelling
georganiseerd onder de naam „De film in beeld" en
van 11 Februari tot 13 Maart werd in Museum Fodor
aan de Keizersgracht een historische expositie gehou
den van ontwerpen voor filmdecors, onder auspiciën
van de gemeentemusea in samenwerking met het Ne
derlands Filmmuseum en de Cinémathèque Frangaise
73