Van bestuurszijde werd gewezen op het feit, dat door uitbreiding van het Bestuur het overwicht nog groter zou worden en slechts als gevolg zou hebben, dat dit college onhanteerbaar zou worden, zodat spoedzaken noodgedwongen door het Dagelijks Bestuur zouden worden afgedaan. Tevens werd erop gewezen, dat nie mand van de gelegenheid gebruik had gemaakt om met het oog op de periodieke aftreding andere candidaten te stellen. Vele kwesties van belang, zoals de voorbereiding tot de belastingverlaging, moesten nu eenmaal worden be handeld in kleine kring. Van de aanvragen voor nieuwe zaken zou het Bestuur zoals reeds eerder toegezegd steeds tijdig kennis geven aan de leden. Overigens waren de leden na de belastingverlaging onmiddellijk door de Bondsdirecteur per circulaire ingelicht, zodat het niet nodig was daarover nog eens een vergadering te be leggen. Enkele leden verzochten hierna de verkiezing uit te stellen tot een volgende vergadering. Het Bestuur achtte dit echter in strijd met de reglementaire bepalingen en wees erop, dat er alsnog tegencandidaten konden wor den opgegeven, staande de vergadering. Aangezien de leden, hoewel zij gelegenheid kregen tot beraad, hiervan geen gebruik maakten, werd vastgesteld, dat de perio diek aftredende, zich herkiesbaar stellende bestuurs leden, de heren W. K. G. van Koven en W. F. Dubbel- deman. in hun functies van Voorzitter en Vice-Voor- zitter bij enkele candidaatstelling waren herkozen. Hierna werden besproken de agenda en jaarstukken voor de jaarlijkse Bondsledenvergadering, welke in verband met de Filmweek Arnhem op 27 en 28 Juni in het Provinciehuis aldaar zou worden gehouden. Nadat de met betrekking tot de financiële stukken gestelde vragen door de Voorzitter in zijn kwaliteit van Bonds penningmeester en door de Bondsdirecteur op bevredi gende wijze waren beantwoord, gingen de leden accoord met de agendapunten. Aangezien voor de vacature in het Hoofdbestuur, ont staan door het periodiek aftreden van de heer R. Uges, die zich herkiesbaar had gesteld, eveneens een candida- tuur was aanvaard door de heer W. F. Dubbeldeman, werd medegedeeld, dat de Afdelingsraad adviseerde ter zake sïeen standpunt te bepalen en de verkiezing aan de ledenvergadering over te laten. Hiermede konden de leden zich verenigen. (De heer Uges werd in de jaar vergadering van de Bond herkozen.) De rondvraag was gewijd aan een bespreking van de brandweervoorschriften, het behoud van cabineperso neel en het euvel van niet afhalen van gereserveerde plaatsen. De op Vrijdag 14 October gehouden buitengewone ledenvergadering was uitgeschreven om de leden ge legenheid te geven zich uit te spreken over een even tuele uitbreiding van het Bestuur. Op voorstel van een der leden werd besloten hierover te stemmen. Het voor stel werd verworpen met op een na algemene stemmen. De heer Dubbeldeman benutte deze vergadering om een uitvoerig verslag te geven van het behandelde in de Afdelingsraadvergadering van 11 October. Voorts kwam bij de rondvraag wederom een aantal bedrijfs- en organisatorische aangelegenheden van plaat selijke aard aan de orde, waarover van gedachten werd gewisseld. Deze betroffen de brandweervoorschriften, de cabinebezetting, de entreeprijzen, de advertentierecla me, de ongemotiveerd afbrekende critiek in een twee tal bladen op de Nederlandse speelfilm „Ciske de Rat" en de berekening van de advertentiekosten voor de kaderannonce. Naar aanleiding hiervan werd besloten: a. het Hoofdbestuur te attenderen op de gewraakte critiek b. bij de leden der Afdeling aan te dringen op matiging bij het vermelden van speelweektotalen, omdat het daarvan beoogde effect verloren zou gaan, ook ingeval een bepaalde film werkelijk een long run in één bioscoop heeft; c. een onderzoek in te stellen naar de berekening van de aantallen millimeterregels ten opzichte van de totale lengte van elke kaderannonce. Op 28 November werd ten slotte een buitengewone spoedledenvergadering belegd naar aanleiding van een verzoek van de Afdelingsraad om dit college te doen toekomen een aanbevelingslijst van candidaten voor het Bondsvoorzitterschap, zulks naar aanleiding van de door de heer M. P. M. Vermin kenbaar gemaakte wens om zijn functie als Voorzitter van de Bond neer te leggen. Aangezien er drie candidaten naar voren waren geko men, namelijk de heren Joh. Miedema, W. K. G. van Royen en R. Uges Jr., die zich allen verkiesbaar wilden laten stellen, mits zij verzekerd zouden zijn van een grote meerderheid bij de exploitanten en voldoende steun van de filmverhuurders, werd in deze vergadering aan de hand van een puntensysteem opgemaakt in welke volgorde de drie candidaten volgens de Afdeling Am sterdam in aanmerking kwamen. Dit geschiedde buiten aanwezigheid van het betrokken lid onzer Afdeling, de heer W. K. G. van Royen, zodat de vergadering voor wat dit gedeelte betreft, werd geleid door de Vice- Y^oorzitter. De vergadering koos als no. 1, Joh. Miedema; als no. 2, W. K. G. van Royen en als no. 3, R. Uges Jr. Daarmede bleek, dat de heer Joh. Miedema in vijf van de acht exploitantenafdelingen als no. 1 op de voordracht was geplaatst. Voorts werd aan de leden medegedeeld, dat het inge steld onderzoek naar de berekening van de kader- advertentiekosten per lid had uitgewezen, dat in totaal niet meer regels werden berekend dan de totale milli meter-lengte van de verschillende advertentiekaders, met dien verstande, dat er minimale verschillen waren als gevolg van matrijskrimp. Ten slotte werd besloten om op Sint Nicolaasavond en Oudejaarsavond ten hoog ste één avondvoorstelling te geven, eindigende uiterlijk om 10.00 uur. Tot het lidmaatschap der Afdeling trad toe de heer Mr. P. A. Meerburg, exploitant van het nieuwe Calypso Theater, gevestigd in een verbouwd gedeelte van het pand Bellevue aan de Marnixstraat te Amsterdam. Deze bioscoop weröj °P 22 December geopend door de Bur gemeester van Amsterdam, Mr. A. d'Ailly, tijdens een galavoorstelling, waarbij ook het woord werd gevoerd door de Bondsdirecteur, de heer J. G. J. Bosman. Het Bestuur der Afdeling bood een bloemstuk aan. Het Kriterion Theater aan de Roetersstraat herdacht op 8 November zijn tienjarig bestaan met een feestelijke voorstelling. 75

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 74