Het City Theater aan het Kleine Gartmanplantsoen her dacht zijn twintigjarig bestaan met een gala-première op 6 October en de Corso Cinema bestond in April der tig jaar. Op 1 Januari 1956 waren er in Amsterdam 41 bioscopen gevestigd. Mevrouw M. Wilton-Van As trad af als directrice van de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het City Thea ter te 's-Gravenhage, exploiterende onder andere het City Theater te Amsterdam, en werd in de plaats van Mr. D. J. I. v. d. Oever benoemd tot president/gedele geerd commissaris dezer N.V. De heer A. J. A. Huyser, adjunct-directeur van voren genoemde N.V., vierde in Augustus zijn 25-jarig jubi leum in het bioscoopbedrijf met een receptie in Hotel Krasnapolsky, waarbij het Bestuur acte de présence gaf. Het stelde tevens een bijdrage beschikbaar voor het geschenk, dat genoemde heer namens het bedrijf werd overhandigd. De krasse nestor van het bioscoopbedrijf, de heer Jean Desmet, vierde op 26 Augustus zijn tachtigste verjaar dag, bij welke gelegenheid een delegatie van het Be stuur, alsmede de Bondsdirecteur hem tijdens een druk bezochte receptie als oud lid de hand kwamen drukken. Niet onvermeld mag worden gelaten het succes, dat de Nederlandse speelfilm „Ciske de Rat" gedurende vele weken had in enige Amsterdamse bioscopen. Het was verblijdend te constateren, dat het publiek, als het om een goed product van nationale bodem gaat, daarvoor grote belangstelling heeft. Ten slotte gedenken wij dat op 10 October in de leeftijd van 84 jaar is overleden, de heer G. H. van Royen, grondlegger van het bioscoopbedrijf, dat onder de naam Holland Film een aantal bioscopen in en buiten Am sterdam exploiteert. In het vertrouwen, dat Uw verslaggever er in is geslaagd een volledig overzicht te geven van de voornaamste gebeurtenissen in de Afdeling gedurende het jaar 1955, besluit hij met de wens, dat het Amsterdamse bioscoop bedrijf in het nieuwe jaar een toenemend bioscoop bezoek zal krijgen te verwerken. Amsterdam, 17 Februari 1956. J. VAN DER HORST, Secretaris. 76

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1955 | | pagina 75